Functies en menu's
De functies gebruiken
1.
Houd de [SHIFT]-knop ingedrukt en druk op de klavierknop waaraan de functie die u wilt uitvoeren is
toegewezen.
2.
Gebruik de [TEMPO/VALUE]-regelaar om de waarden in te stellen, of gebruik de [D (ENTER)]-knop (voor
CLEAR, WRITE en MENU) om te bevestigen.
Het apparaat keert terug naar het vorige scherm nadat CLEAR of WRITE is uitgevoerd.
3.
Druk op de [C (EXIT)]-knop als u klaar bent.
Lijst met functies
Bewerking
[SHIFT] + [C (EXIT)]
[SHIFT] + [D (ENTER)]
[SHIFT] + [E (SHUFFLE)]
[SHIFT] + [F (LAST)]
[SHIFT] + [G (CLEAR)]
[SHIFT] + [A (KEY)]
[SHIFT] + [B (MENU)]
[SHIFT] + [C (WRITE)]
[SHIFT] + [C# (OCTAVE-)]
[SHIFT] + [D# (OCTAVE+)]
Verlaat het menu.
Bevestigt het bewerken van een waarde of de selectie van een item.
Configureert de shuffle-instellingen.
Druk op [C (EXIT)] om te annuleren.
Stelt de lengte (de laatste stap) van het geselecteerde patroon in.
* Druk op [C (EXIT)] om te annuleren.
Initialiseert het geselecteerde patroon.
Als u een stap heeft geselecteerd, wordt de geselecteerde stap geïnitialiseerd.
Dit transponeert het klavier.
Bewerk de instelling met de [TEMPO/VALUE]-regelaar.
* Druk op [C (EXIT)] om te annuleren.
Geeft het menu weer.
Slaat het patroon op.
Druk op de [D (ENTER)]-knop om op te slaan.
Druk op de [C (EXIT)]-knop om te annuleren.
Verandert het octaaf waarop de noten klinken die u met de klavierknoppen speelt.
Uitleg
Functies en menu's
17