Functies toewijzen aan een voetschakelaar (CTL
FUNCTION)
Hier leest u hoe u functies toewijst aan een voetschakelaar die op dit apparaat is aangesloten.
1.
Draai de typeregelaar naar "SFX (7)".
2.
Draai de andere regelaars naast de typeregelaar helemaal met de klok mee.
3.
Terwijl u de pedaalschakelaar ingedrukt houdt, zet u de stroom aan door een stekker in de INPUT A-
aansluiting te steken.
De CHECK-indicator knippert oranje.
4.
Gebruik de [VARIATION]-regelaar om de functie te selecteren die u aan de voetschakelaar wilt
toewijzen.
[VARIATION]-regelaar
1
MOMENTARY/TAP
2
TAP TEMPO
3
MOMENTARY
* Een "tijdelijke schakelaar" schakelt het effect alleen wanneer de schakelaar wordt ingedrukt.
Bij het maken van de instellingen kunt u het effectgeluid van de OUTPUT A (MONO)- en OUTPUT B-aansluitingen horen.
Merk op dat het geluid dat wordt uitgevoerd de effectinstellingen gebruikt zoals ze waren net voordat het apparaat voor het
laatst werd uitgeschakeld.
Als u een effectgeluid hoort dat moeilijk te onderscheiden is, stelt u de effectinstellingen in op eenvoudige instellingen (zoals
typeregelaar = "SINGLE (1)", [VARIATION]-regelaar = "1" enzovoort). Schakel vervolgens het apparaat uit en begin opnieuw
vanaf stap 1.
5.
Druk op de pedaalschakelaar van dit apparaat.
De instellingen worden opgeslagen.
De CHECK-indicator knippert ook snel rood.
Het apparaat kan na ongeveer twee tot drie seconden normaal worden gebruikt.
Gebruik deze instelling wanneer u twee voetschakelaars of een dubbele voetschakelaar
extern aansluit.
De CTL 1-voetschakelaar is toegewezen aan de tiktempo-functie en de CTL 2-
voetschakelaar is toegewezen aan de tijdelijke schakelfunctie (*).
Wijst de tiktempo-functie toe.
Wijst de tijdelijke schakelfunctie (*) toe voor het in-/uitschakelen van het effect.
Functies toewijzen aan een voetschakelaar (CTL FUNCTION)
Uitleg
7