Instellingen
Het universele menu gebruiken
Veeg naar links of rechts met 3 vingers terwijl u Voice Assistant gebruikt. Het contextuele menu
wordt weergegeven en het apparaat leest de opties hardop voor. Veeg naar links of rechts met drie
vingers om door de opties te bladeren. Als u de gewenste optie hoort, veegt u omhoog of omlaag
om de optie te gebruiken of om de instellingen voor de optie aan te passen. Als u Apparaatvolume
hoort, kunt u bijvoorbeeld het volume aanpassen door omhoog of omlaag te vegen.
Afbeeldinglabels toevoegen en beheren
U kunt labels toewijzen aan afbeeldingen op het scherm. Het apparaat leest de labels voor wanneer
de afbeeldingen zijn geselecteerd. Voeg labels toe aan afbeeldingen zonder label door tweemaal op
het scherm te tikken met drie vingen en het scherm te blijven aanraken.
Als u de labels wilt beheren, opent u het scherm Instellingen, tikt u op Toegankelijkheid → Zicht →
Voice Assistant → INSTELLINGEN → Aangepaste labels beheren.
Instellingen configureren voor Voice Assistant
Configureer instellingen voor Voice Assistant voor meer gebruikscomfort.
Tik op het scherm Instellingen op Toegankelijkheid → Zicht → Voice Assistant → INSTELLINGEN.
• S praakvolume: selecteer het volumeniveau voor gesproken feedback.
• S praaksnelheid: selecteer een snelheid voor gesproken feedback.
• T oonh. wijzigen: instellen dat het apparaat tekst hardop voorleest met een andere toonhoogte
wanneer u een toetsenbord gebruikt.
• F eedback toetsenbord: instellen dat het apparaat het item onder uw vinger hardop voorleest
wanneer u een toetsenbord gebruikt.
• S preken met scherm uit: instellen dat het apparaat meldingen hardop voorleest wanneer het
scherm is uitgeschakeld.
• N abijheidssensor gebruiken: instellen dat het apparaat de gesproken feedback pauzeert
wanneer u uw hand over de sensor aan de bovenzijde van het apparaat houdt.
• S chud om verder te lezen: instellen dat het apparaat de tekst op het scherm voorleest wanneer
u met het apparaat schudt. U kunt verschillende schudsnelheden selecteren.
196