4.4
GEVOELIGHEID LUS 4
P
[Eenheid]
.
Stelbereik
P.BD2
0 ... 5
--w
P.BD3
1 ... 255
--w
P.BD4
20 ... 80
--w
NL – Oorspronkelijke installatiehandleiding - 1.1 | 2019
Functie
Frequen-
In deze parameter legt het frequentiebereik
tiebereik
vast waarin de detector kanaal 4 werkt.
van detec-
tor kanaal 4
0: Bereik wordt automatisch aan de hand
1: Bereik 30-40kHz
2: Bereik 45-55 kHz
3: Bereik 60-75 kHz
4: Bereik 80-100kHz
5: Bereik 105-140 kHz
derling te voorkomen, worden ze ingesteld op
verschillende werkfrequenties.
Drempel-
Drempelwaarde vanaf welke de detector kanaal
waar-de
4 wordt ingeschakeld.
van detec-
tor kanaal 4
0: Drempelwaarde 6
1: Drempelwaarde 10 0,008% delta
...
12: Drempelwaarde 120 0,100 delta f/f
...
255: Drempelwaarde 2550 2,125 delta
Hysterese
Om bij voertuigen het een hoge onderbouw zo-
van detec-
als bijv. gelede bussen, trams, vrachtwagens
tor kanaal 4
met aanhangwagens enz. een tussentijds ver-
lies van het bezetsignaal te voorkomen, is het
mogelijk om de schakelhysterese te wijzigen.
Een detectie van kritische voertuigen zonder
onderbrekingen is dan ook bij een gering inge-
stelde gevoeligheid mogelijk. Volgens de fa-
brieksinstelling bedraagt de afvaldrempel op
75%
Beschrijving/ Notitie
van het adres ingesteld
Om een beïnvloeding van de detectoren on-
f/f
f/f
0,005% delta f/f
30