3
Gedeeltelijk,
rollend of onjuist
weergegeven
beeld
(voor notebooks)
4
Het scherm van de
notebook geeft
uw presentatie
niet weer
5
Beeld is instabiel
of flikkert
6
Het beeld
vertoont een
verticale
flikkerende balk
•
Druk op "RESYNC" op het bedieningspaneel of de
afstandsbediening.
•
Voor een onjuist weergegeven beeld:
•
Volg de stappen voor item 2 (hierboven) om de
resolutie van uw computer aan te passen.
•
Druk op de schakelaar voor de
uitvoerinstellingen. Voorbeeld: [Fn]+[F4],
Compaq [Fn]+[F4], Dell [Fn]+[F8], Gateway
[Fn]+[F4], IBM [Fn]+[F7], HP [Fn]+[F4], NEC
[Fn]+[F3], Toshiba [Fn]+[F5]
•
Als u problemen ondervindt met het aanpassen van
de resolutie of als uw beeldscherm vastloopt, start
dan alle apparatuur en de projector opnieuw op.
•
Als u een notebook met Microsoft
gebruikt: Sommige notebooks kunnen uw eigen
scherm deactiveren wanneer een tweede
weergaveapparaat in gebruik is. Elk scherm wordt
op een andere manier opnieuw geactiveerd.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw computer
voor details.
•
Als u een notebook met Apple
Open Beeldscherm in Systeemvoorkeuren en stel
Videospiegelen in op "Aan".
•
Gebruik "Tracking" om dit te corrigeren. Raadpleeg
de sectie "Beeld" voor meer informatie.
•
Wijzig de kleurdiepte-instellingen voor het
beeldscherm op uw computer.
•
Gebruik "Frequentie" om een aanpassing uit te
voeren. Raadpleeg de sectie "Beeld" voor meer
informatie.
•
Controleer de weergavemodus van uw grafische
kaart en configureer deze opnieuw om de kaart
compatibel te maken met de projector.
49
®
®
Windows
®
®
Mac
OS gebruikt: