Pagina 5 van 11
12/36 menu 7.4
Hier kunnen we de software in- en uitgangen
toe wijzen aan een functie.
In dit voorbeeld hebben we de top-
boilersensor BT7 (boven in de boiler)
aangesloten op ingang AUX 1.
Uitgang X27 hebben we ingesteld als indicatie
koelmodus, deze potentiaalvrije uitgang
gebruiken we om het afgiftesysteem te laten
weten dat we in koelmodus zijn.
(Potentiaalvrij wisselcontact C,NO,NC)
C - NO wordt gesloten tijdens koeling.
13/36 menu 7.1.5.1
Het maximaal aangesloten vermogen aan
elektrische bijverwarming (intern element) is
vanaf fabriek 7 kW. Deze laten we staan.
Indien u toch 9 kW wil hebben: Verplaats de witte kabel
van klemmenstrook X7-2: N naar klemmenstrook
X9:L(2) op de print (AA2).
Wat u maximaal hiervan toestaat kunt u naar
keuze instellen: in dit voorbeeld 3 kW.
14/36 menu 7.1.9
Hier stelt u de grootte van de hoofdzekering
van de woning in. (In dit voorbeeld 25
Ampère) De transformatieverhouding laat u
staan op 300, dit is de ratio van de
meegeleverde stroomspoeltjes welke in de
groepenkast om de (hoofdaansluiting) fases
kunnen worden gemonteerd. Alleen als u de
spoeltjes (optie) heeft aangesloten klikt u op
Fasevolgorde detecteren.
15/36 menu 7.1.6.2
Hier stelt u in welk afgifte systeem u heeft, in
dit voorbeeld vloerverwarming. (Dit is om de
delta T van het afgifte systeem te bepalen).
Verder vult u de Design Outdoor Temperature
in: voor Nederland is dit -10 °C.
Bij deze buitentemperatuur is het vollast-
vermogen van het toestel bepaald in een
warmteverliesberekening (transmissie).