Installatie
5.1.3
Installeren drukleidingen
• Zie voor aanbevelingen voor de installatie van drukleidingen de DIN 19210
"Verschildrukleidingwerk voor flowmeetinstrumenten" of de geldende nationale of
internationale normen
• Bij het installeren van de drukleidingen in buitenopstelling, moet worden gewaarborgd dat
voldoende vorstbeveiliging aanwezig is, bijv. door toepassing van tracing
• Installeer de drukleidingen onder een constant afschot van minimaal 10%
5.1.4
Positie
De installatie hangt af van de aansluiting van de werkdrukleidingen.
Zie voor meer details de bedieningshandleiding.
5.2
Montage van het meetinstrument
5.2.1
Flowmeting
Flowmeting in gassen
Monteer het meetinstrument boven het meetpunt zodat condensaat terug kan stromen in de
procesleiding.
Flowmeting in dampen
• Monteer het meetinstrument onder het meetpunt
• Monteer de condenspotten op hetzelfde niveau als de aftappunten en op dezelfde afstand
tot het meetinstrument
• Vul voor de inbedrijfname de werkdrukleidingen tot de hoogte van de sifons
Flowmeting in vloeistoffen
• Monteer het meetinstrument onder het meetpunt zodat de werkdrukleidingen altijd zijn
gevuld met vloeistof en gasbellen terug kunnen stromen naar de procesleiding
• Bij de meting in media met vaste deeltjes, zoals vervuilde vloeistoffen, is het installeren van
afscheiders en aftapventielen nuttig om de afzettingen op te vangen en de verwijderen
5.2.2
Niveaumeting
Niveaumeting in open tanks
• Monteer het meetinstrument onder de laagste meetaansluiting zodat de werkdrukleidingen
altijd met vloeistof zijn gevuld
• De lagedrukzijde is open naar de atmosfeer
• Bij de meting in media met vaste deeltjes, zoals vervuilde vloeistoffen, is het installeren van
afscheiders en aftapventielen nuttig om de afzettingen op te vangen en de verwijderen
12
Deltabar PMD55B HART
Endress+Hauser