Opdracht
Hex.
1B 5F n n =
ESC _ n
0,1
ESC f n
1B 66 n
ESC c n
1B 63 n
ESC = n
1B 3D
5.2.9. LOGIC opdrachtmodus
Opdracht
Hex.
^Q
11
^R
12
^I
09
^H
08
^J
0A
^M
0D
^S
13
^T
14
^P
10
^_
1F
^D n
04 n
14
Beschrijving
Schakelt de cursor in of uit.
Selecteert een internationaal lettertype.
Selecteert een lettertype, ASCII-code of JIS-code.
Selecteert een randapparaat.
1=printer; 2=scherm; 3=printer & scherm
Beschrijving
Schakelt de modus overschrijven in.
Schakelt de verticale modus in.
Voert een horizontale tab uit.
Voert een backspace uit.
Voert een nieuwe lijn uit.
Voert een regelterugloop uit.
Schakelt de cursor uit.
Schakelt de cursor in.
Selecteert een gespecificeerde sectie zoals het volgende:
•
10 00 MSD van bovenste rij
•
10 13 LSD van bovenste rij
•
10 14 MSD van onderste rij
•
10 27 LSD van onderste rij
Stelt de instellingen in naar de standaardinstellingen.
Configureert de instelling van de helderheid.
04 FF: 100%
04 60: 60%
04 40: 40%
04 20: 20%