Installatie en bedrading
Deze sectie beschrijft hoe de HSM2HOST-module moet worden ingesteld en bedraad.
Montage
OPMERKING: Monteer de HSM2HOST-ontvanger en de draadloze apparaten NA plaatsingstesten voor de appa-
raten te hebben uitgevoerd ("[904] Plaatsingstest draadloze apparaten" op pagina 13).
Zoek een plek met de volgende eigenschappen:
droog,
l
binnen het operationele temperatuurbereik,
l
centraal in de voorgestelde plaatsing van alle draadloze apparaten,
l
zo hoog mogelijk. Het bereik is kleiner indien de montage onder het grondniveau plaatsvindt,
l
ver van storingsbronnen, waaronder: elektrische ruis (computers, televisies, elektrische motoren, apparaten,
l
verwarming en airconditioning), grote metalen voorwerpen zoals verwarmingsbuizen en leidingen die de
elektromagnetische golven kunnen blokkeren,
glad en vrij van obstakels die de toegang tot de achterkant van het toestel blokkeren.
l
De HSM2HOST aansluiten
Voorzichtigheid: Ontkoppel alle stroomaansluitingen (AC, DC, telefoonlijnen) van het systeem tijdens het ver-
binden van de modules met de corbus.
Het aansluiten van de HSM2HOST:
1. Sluit de HSM2HOST aan op de vier-draadscorbus van de alarmcentrale volgens figuur 1, nadat de alarm-
centrale is uitgeschakeld.
2. Start het beveiligingssysteem opnieuw op nadat de bedrading is voltooid.
Figuur 1 Aansluitschema
De HSM2HOST registeren
De HSM2HOST moet zijn geregistreerd op de alarmcentrale voordat er draadloze apparaten kunnen worden gere-
gistreerd.
Wanneer het alarmsysteem voor de eerste keer opgestart wordt, kan de eerste bedienpaneel of de HSM2HOST (bij
gebruik van een draadloze bedienpaneel als de eerste bedienpaneel) worden geregistreerd.
Om dit te doen:
1. Start zodra de HSM2HOST wordt aangesloten op de alarmcentrale en van stroom is voorzien, een wil-
lekeurige bedienpaneel op.
2. Druk op een willekeurige toets op het bedienpaneel te registreren op de HSM2HOST. De HSM2HOST
wordt dan automatisch geregistreerd op de alarmcentrale.
De HSM2HOST kan ook op elk gewenst moment op het systeem worden geregistreerd met behulp van de vol-
gende procedure:
1. Voer de sectie Installatieprogrammering [902][000] in (automatisch alle modules registreren). Modules wor-
den automatisch herkend in deze volgorde:
8
Installatie en bedrading