7.3.2
Onderhoud aan de voorbouw
Smeer de schacht van de voorbouw en het
draaipunt van de snelspanhendel in met
siliconen- of teflonolie.
Smeer aanvullend bij de speedlifter twist de
ontgrendelingspen via de moer op het
speedlifterhuis in met olie.
Smeer wat zuurvrij smeervet tussen de
snelspanhendel van de voorbouw en het
glijstuk om de bedieningskracht van de
snelspanhendel te verminderen.
7.3.3
Onderhoud aan de vork
Behandel de vuilafstrijkers met een vorkolie.
7.3.4
Onderhoud aan de
aandrijfelementen
Spuit de cassette, de kettingwielen en de
voorderailleur in met een ontvetter.
Verwijder na een korte inweektijd grove
vervuiling met een borstel.
Was alle delen af met reinigingsmiddel en een
tandenborstel.
7.3.5
Onderhoud aan de pedalen
Behandel na het reinigen de pedalen een
spuitolie.
7.3.6
Onderhoud aan de ketting
Vet na het reinigen de ketting grondig in met
kettingolie.
7.3.7
Onderhoud aan de
aandrijfelementen
Behandel de mechanische overbrenging en
schakelrollen van derailleur en voorderailleur
met teflonspray.
MY20B05-46_1.0_18.07.2019
7.4
Onderhouden
VOORZICHTIG
!
Vallen bij onbedoelde activering
Bij onbedoelde activering van het
aandrijfsysteem bestaat gevaar voor letsel.
Verwijder de accu voor het onderhouden.
Onderstaande onderhoudswerkzaamheden
moeten periodiek worden uitgevoerd. Deze
kunnen worden uitgevoerd door de eigenaar of de
berijder. Bij twijfel dient de dealer om raad te
worden gevraagd.
7.4.1
Wiel
WAARSCHUWING
!
Vallen door een doorgeremde velg
Een doorgeremde velg kan breken en het wiel
blokkeren. Een val met ernstig letsel kan het
gevolg zijn.
Controleer periodiek de slijtage van de velg.
Aanwijzing
Bij een te lage vuldruk bereikt de band niet zijn
normale draagvermogen. De band is niet stabiel
en kan van de velg aflopen.
Bij een te hoge vuldruk kan de band springen.
Controleer de vuldruk conform de gegevens.
Corrigeer zo nodig de vuldruk.
Controleer de slijtage van de banden.
Controleer de bandenspanning.
Controleer de slijtage van de velgen.
•
Velgen met onzichtbare slijtage-indicator van een
voertuig met velgremmen zijn versleten zodra de
slijtage-indicator in de buurt van de lasnaad
zichtbaar wordt.
•
Velgen met zichtbare slijtage-indicator zijn versle-
ten zodra de zwarte groef rondom in de velgrand
onzichtbaar wordt. Het wordt aanbevolen elke
tweede keer dat de remvoeringen worden ver-
vangen ook de velgen te vervangen.
Controleer de spanning van de spaken.
Reinigen en onderhouden
82