5. Verwijder alle verpakkingsmateriaal uit de beeldverwerkingseenheid.
Let op—Kans op beschadiging: De beeldverwerkingseenheid mag niet langer dan tien minuten
worden blootgesteld aan licht. Langdurige blootstelling aan licht kan tot problemen met de
afdrukkwaliteit leiden.
Let op—Kans op beschadiging: Raak de trommel van de fotoconductor niet aan. Dit kan de
afdrukkwaliteit van toekomstige afdruktaken verminderen.
6. Installeer de beeldverwerkingseenheid in de printer door de pijlen aan de zijkant van de
beeldverwerkingseenheid uit te lijnen met de pijlen op de rails aan binnenkant van de printer.
7. Installeer de tonercartridge in de printer door de pijlen aan de zijkant van de cartridge uit te lijnen met
de pijlen op de rails aan binnenkant van de printer.
8. Sluit de voorklep.
Opmerking: Gooi de gebruikte beeldverwerkingseenheid weg in overeenstemming met de lokale
voorschriften. Beeldverwerkingseenheid niet verbranden.
Gebruikershandleiding
- 116 -