1 schroeven (4) 2 vaste-schijfhouder
WAARSCHUWINGEN:
Nadat u de vaste schijf uit de computer hebt verwijderd, moet u deze in een beschermende antistatische verpakking
bewaren. Zie "Bescherming tegen elektrostatische ontlading" in de veiligheidsinformatie die bij de computer is geleverd voor meer informatie.
De vaste schijf vervangen
1. Volg de instructies in
Voordat u
2. Lijn de schroefgaten op de beugel van de vaste schijf uit met de schroefgaten op de vaste schijf en plaats de vier schroeven terug, waarmee de beugel
aan de vaste schijf is bevestigd.
3. Plaats de vaste schijf op de onderplaat van de computer.
4. Schuif de vaste schijf in de connector van de vaste schijf op het moederbord.
5. Plaats de twee schroeven terug waarmee de vaste schijf aan de computerbasis is bevestigd.
6. Plaats de onderplaat terug (zie
WAARSCHUWINGEN:
Voordat u de computer aanzet, moet u alle schroeven opnieuw aanbrengen en vastzetten en controleren of er geen losse
schroeven in de computer zijn achtergebleven. Als u dit niet doet, loopt u het risico dat de computer beschadigd raakt.
WAARSCHUWINGEN:
Volg het installatieproces van het besturingssysteem niet als de vaste schijf een FIHD (Factory-Imaged Hard Drive) is. Het
besturingssysteem is al geïnstalleerd op de FIHD.
7. Installeer indien nodig het besturingssysteem, de stuurprogramma's en hulpprogramma's voor uw computer (zie de Dell Technologiehandleiding).
Terug naar inhoudsopgave
begint.
De onderplaat
terugplaatsen).