9. Verwijder de seriële aansluitingmodule. Zie 'De seriële aansluitingmodule vervangen' op pagina 39.
10. Verwijder het M.2 SSD-station. Zie 'Het M.2 SSD-station vervangen' op pagina 40.
11. Verwijder alle geheugenmodules. Zie 'Een geheugenmodule vervangen' op pagina 43.
12. Verwijder de kaartlezer. Zie 'De kaartlezer vervangen' op pagina 47.
13. Noteer de kabelgeleiding en de kabelaansluitingen op de achterplaat en koppel vervolgens alle kabels
van de systeemplaat los. Zie 'Systeemplaat' op pagina 5.
14. Vervang de systeemplaat.
Opmerkingen:
• De nummers in de volgende afbeelding geven de locaties van de schroeven aan en niet een
specifieke volgorde voor het verwijderen en terugplaatsen van de schroeven.
• Pak de systeemplaat voorzichtig bij de randen vast.
• De defecte systeemplaat moet worden teruggezonden met een kapje van de
microprocessoraansluiting om de pennen te beschermen tijdens verzending en hantering.
15. Leid alle kabels naar de nieuwe systeemplaat en sluit de kabels aan.
16. Plaats de verwijderde onderdelen terug. Zie 'Vervangen van de onderdelen voltooien' op pagina 58 om
de vervanging te voltooien.
De ingebouwde camera- en microfoonmodule vervangen
Attentie: Maak uw computer niet open of probeer deze niet te repareren voordat u de Handleiding met
belangrijke productinformatie hebt gelezen.
1. Verwijder de computersteun. Zie 'De computerstandaard vervangen' op pagina 16.
2. Verwijder de kap van de computer. Zie 'De kap van de computer verwijderen' op pagina 18.
.
Hoofdstuk 4
Hardware vervangen
49