Houtsoorten-tabel
De meegeleverde houtsoorten-tabel bevat ca. 200 houtsoorten
met de bijbehorende materiaalcodes. De volgende tabel bevat
alle in het apparaat opgeslagen materiaalcodes met typische
houtsoortvoorbeelden:
Materiaalcode
Houtsoort
H-
Voorbeelden
1
Europees grenen, pijnboom, Oregon pine, controlecode
2
Douglas
3
Meranti, donkerrood
4
Peppel, witte abeel, zilverpopulier
5
Amerikaanse berk, witte berk, Canadees; houtvezel
isolatieplaten; kersenboom
6
Scandinavische spar
7
Ureumspaanplaat, wengé
8
Esdoorn, gewone esdoorn, suikeresdoorn; acacia; taxus;
els; es; Midden-Europese spar; kastanje, tamme kastanje,
paardenkastanje; sapeli, Filippijns mahonie; meranti,
donkerrood; noten; pruim; red pine; gewone acacia; iep;
spaanplaat kauramin; olm; walnoot; cipres
9
Lariks; limba
10
Gabun; mahonie, echte, Amerikaans; noten, Amerikaans;
Afrikaans padoek; plataan
11
Harde houtvezelplaten, linde, Amerikaanse linde
12
Douglasia; eik, rode eik, Amerikaanse rode eik, gewone
eik, wintereik; pijnboom, Oregon
13
Palissander, Oost-Indische palissander
14
Beuk, groene beuk
15
Peren; haagbeuk; Amerikaanse witte eik; Amerikaanse
kastanje, tamme kastanje; mecrusse; olijf; spaanplaat
Isocyanaat; teak
16
Okoumé
17
Nargusta
18
Licht bamboe
19
Azobé
20
Eik, steeneik
21
Es, Amerikaanse es
22
Cocushout
23
Donker bamboe; melamine spaanplaat
24
Afzelia
25
Iroko; kambala
26
Ebbenhout, Afrikaans
27
Kurk; spaanplaat fenolhars
28
(Zie afgedrukte houtsoortentabel)
29
(Zie afgedrukte houtsoortentabel)
30
(Zie afgedrukte houtsoortentabel)
31
(Zie afgedrukte houtsoortentabel)
32
(Zie afgedrukte houtsoortentabel)
33
(Zie afgedrukte houtsoortentabel)
34
(Zie afgedrukte houtsoortentabel)
35
(Zie afgedrukte houtsoortentabel)
NL
Meetprincipe
Bij de vochtigheidsmeting volgens het weerstandsprincipe wordt
in het meetapparaat een elektrische meetstroom gegenereerd,
die via elektroden door het meetgoed wordt geleid.
Bij een toenemend watergehalte van het te onderzoeken
meetgoed daalt de weerstand en neemt de geleidbaarheid toe.
Heeft het meetgoed een hoge weerstand, is het vochtgehalte
gering.
Heeft het meetgoed een lage weerstand, is het vochtgehalte
hoog.
De vochtigheidsmeting volgens het weerstandsprincipe is dus
een indirecte meetmethode, omdat de elektrische
geleidbaarheid uitsluitsel geeft over de vochtigheid.
Houtvochtigheidsmeting
Elke houtsoort heeft een andere geleidbaarheid. Om hiermee
rekening te kunnen houden bij de meting heeft elke houtsoort
een materiaalcode, die kan worden ingesteld.
De geleidbaarheid van het hout wordt bovendien beïnvloed door
de houttemperatuur. Om hiermee rekening te kunnen houden bij
de meting kan de houttemperatuur worden ingesteld. De
houttemperatuur moet voor de vochtigheidsmeting worden
bepaald en worden ingesteld.
Het meetapparaat heeft een interne temperatuurcompensatie.
Afhankelijk van de ingestelde houttemperatuur worden de
weerstandscurven van de gekozen houdsoort automatisch
aangepast.
Foutbronnen
Bij de weerstandsmeting moet altijd rekening worden gehouden
met de nauwkeurigheid van de meetmethode. Hierbij is er
binnen het meetbereik van 0 tot 100 M% altijd sprake van twee
primaire foutbronnen.
• Ten eerste ontstaat een fout, die ontstaat door het
meetprincipe weerstandsmeting. Dit is vooral merkbaar bij
hoge weerstanden (lage geleidbaarheid onder 5 M%). Door
de geringe meetstromen wordt de meetwaardeweergave
o.a. in sterke mate vervalst door de moleculaire
aantrekkingskracht. Hierna zijn de meetfouten die het
gevolg zijn van het principe genoemd:
Meetwaarde
0 - 5 M%
6 - 30 M%
31 - 100 M%
vochtigheidsmeetapparaat T510
Fout
0,8 M%
0,2 M%
0,1 M%
11