3
Telefoneren: basisfuncties
3.1
Bellen
1
Neem de handset op.
2
Druk op a en wacht op de kiestoon.
>
Het controlelampje a op het basisstation brandt. In het dis-
play verschijnen
3
Toets het gewenste telefoonnummer in.
>
Het telefoonnummer wordt gebeld.
Bellen met nummercontrole
1
Toets het gewenste telefoonnummer in (maximaal 40 cijfers).
>
U kunt een verkeerd gekozen nummer wissen met
2
Druk op a.
>
Het telefoonnummer wordt gebeld.
Let op!
Als u op a hebt gedrukt en u 3 korte toonsignalen hoort, dan
bent u buiten bereik van het basisstation. In het display verschijnt
een E. Loop in de richting van het basisstation en probeer het
opnieuw. Als u weer 3 korte toonsignalen hoort, kunt u de hand-
set op het basisstation leggen, enkele seconden wachten en het
vervolgens opnieuw proberen.
3.2
Verbinding verbreken
U kunt de verbinding op 2 manieren verbreken:
–
Druk op a.
–
Plaats de handset terug op het basisstation.
3.3
Gebeld worden
Als de handset op het basisstation ligt:
1
Wacht tot het belsignaal op de handset overgaat.
2
Neem de handset op.
>
In het display verschijnt het nummer van de beller.
>
Het controlelampje a op het basisstation knippert en in het
display knippert het symbool
3
Druk op a om het gesprek aan te nemen.
>
Het controlelampje a op het basisstation brandt en in het
display verschijnen
en
.
.
en
.
.
C/NW
19