Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Elektrische Aansluiting; Laagspanningsleidingen; Aansluitschema - osf Pool Control PC-230-smart Montage- En Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Montage- en gebruikershandleiding PC-230-smart
Seite 4 (10)

Elektrische aansluiting

De besturingseenheid moet beschermd tegen vocht worden geïnstalleerd in overeenstemming
met de beschermingsklasse. De omgevingstemperatuur mag tussen 0 ° C en + 40 ° C liggen en
dient zo constant mogelijk te zijn. De rel. luchtvochtigheid op de plaats van opstelling mag niet
hoger zijn dan 95%, er mag geen condensatie optreden. Vermijd directe hitte of zonlicht op het
apparaat.
Het apparaat moet worden gevoed via een meerpolige hoofdschakelaar met een
≤ 30mA.
contactopening van minimaal 3 mm en een aardlekschakelaar met I
FN
Voordat u de behuizing opent, moet het apparaat worden losgekoppeld van de
voeding. De elektrische aansluiting en instel- en servicewerkzaamheden mogen
alleen door een geautoriseerde elektricien worden uitgevoerd! Het bijgevoegde
aansluitschema en de geldende veiligheidsvoorschriften moeten in acht worden
genomen.

Laagspanningsleidingen

Laagspanningsleidingen mogen niet samen met driefasige of wisselstroomleidingen in een
kabelgoot worden gelegd. Het leggen van extra-laagspanningskabels in de buurt van driefasige
of wisselstroomkabels moet in het algemeen worden vermeden.

Aansluitschema

Deze regeling is niet geschikt om een filterpomp met toerentalregeling aan te sluiten. Voor dit
type pomp hebben wij nog andere besturingen in ons assortiment.
De in de fabriek aangebrachte brug tussen de twee klemmen met het label Th moet worden
verwijderd wanneer een veiligheidstemperatuurbegrenzer (STB) wordt aangesloten. Als er geen
verbinding is, moet deze vast blijven zitten.
De in de fabriek gemaakte brug tussen klemmen 13 en 14 moet worden verwijderd bij het
aansluiten van een niveauregeling NR-12-TRS-2. Als er geen niveauregeling is aangesloten,
moet de brug tussen deze klemmen ingeschroefd blijven. De terminals 11 en 12 worden in dit
geval niet gebruikt.
Bij het aansluiten van een EUROTRONIK-10 moet de in de fabriek geplaatste brug tussen klem
3 en 5 worden verwijderd. Als er geen EUROTRONIK-10 is aangesloten, moet de brug tussen
deze klemmen vastgeschroefd blijven. De terminals 2 en 4 blijven in dit geval ongebruikt.
Als een van de contacten tussen klemmen 13 en 14 of 3 en 5 wordt geopend, worden de
filterpomp, doseertechniek en verwarming direct uitgeschakeld.
Wanneer het contact tussen klem 2 en 4 gesloten is, wordt de filterpomp automatisch
ingeschakeld, terwijl de verwarmings- en doseertechniek uitgeschakeld zijn.
Wanneer het contact tussen klemmen 11 en 12 wordt gesloten, worden de filterpomp,
doseertechniek en temperatuurregeling automatisch ingeschakeld.
Op de aansluitklemmen 21 en 22 is een potentiaalvrij contact beschikbaar voor aansluiting op
het doseersysteem. Dit contact is gesloten als het filter in werking is.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

310.000.1230

Inhoudsopgave