10.2.5
Condensopvangbak
• Verwijder het inspectieluik van de condensbak.
• Reinig de bodem met de condensbakschraper.
• Reinig de opening waarop het sifon is aangesloten
met de achterkant van de condensbakschraper.
Neem het toestel weer in bedrijf
10.2.6
Meet de gasvoordruk
Op meetpunt 1 (figuur 10.5) van het gasblok kan de gasvoordruk gemeten worden. Controleer het volgende:
• Als het toestel niet in bedrijf is, blijft de voordruk constant tussen een waarde van 20 - 30 mbar?
• Daalt de gasdruk niet al te veel bij het in bedrijf gaan van het toestel (minimum voordruk 20 mbar bij vollast)?
10.2.7
Controleer de gasdrukinstelling van het gasblok
Meetcondities van de gasdrukinstelling
• Meet uitsluitend als het toestel op minimaal vermogen brandt, na 1 minuut wachten.
• Laat de kap van de luchtdicht afgesloten ruimte op zijn plaats. Breng een T-stukje (4) aan in de siliconen slang.
• Gebruik een nauwkeurige drukmeter (meetnauwkeurigheid ±2 Pa.). Stel de drukmeter in op Pascals en calibreer.
• Sluit de drukmeter aan: "PLUS" aansluiten op gas (2), "MIN" aansluiten op lucht (T-stuk) (4).
Figuur 10.5
Resultaat van de meting (let op: de kleuren van de vlam zijn niet meer dan een indicatie!)
• Een PLUS gasdruk:
• Een NEGATIEVE gasdruk: dus minder gas dan lucht - ARM mengsel (blauwe vlammen).
• Geadviseerde instelling van het gasblok: van -5 tot 0 Pascal (donker rode vlammen).
(let op! -5 wil zeggen dat de gasdruk 5 Pascal lager is dan de luchtdruk)
Indien de gasdruk niet tussen de - 5 en 0 Pa zit: Stel de gasdruk in op 0 Pascal.
Eventueel bijstellen
• De instelschroef (3) zit achter de aluminium dop. Deze dop is verzegeld. Verzegel de dop na het bijstellen weer!
• Stel de gasdruk in op precies 0 Pascal (let op: de kleuren van de vlam zijn niet meer dan een indicatie!).
- Rechtsom: gasdruk wordt hoger - rijker mengsel: vlam / brander wordt meer geel / oranje.
- Linksom:
Vergeet niet om de meetpunten op het gasblok weer dicht te doen en verzegel het gasblok!
Werkingsprincipe
van de gastoevoer
dus meer gas dan lucht
gasdruk wordt lager - armer mengsel: vlam / brander wordt blauwer.
MegaDens 3
/ MegaDens 4(SHR)
122
Figuur 10.4
Maak de pakking en het
aanlegvlak schoon. Monteer inspectieluik met pijl
naar boven en vet de schroefjes eventueel in.
• Sluit de slangetjes aan zoals hierboven
weergegeven!
• Er MOET gemeten worden MET kap voor
de gesloten ruimte gemonteerd.
1
Meetpunt gasvoordruk
2
Meetpunt geregelde gasdruk
3
Instelschroef voor gasdrukinstelling (onder dop)
4
T-stuk in de siliconen slang
(apart aanbrengen tijdens meting)
5
Gasinspuiter
7
Gesloten ruimte
Omrekenwaarde:
0,1mbar = 10Pa = 1mmwk
- RIJK mengsel (geel-oranje vlammen).
/ MegaDens 5(SHR)
126
131
31