8.9 Aansluiten verbrandingsgasafvoer en luchttoevoer
Parallelle aansluiting (ø80 mm)
Gescheiden luchttoevoer- en rookgasafvoersysteem.
Figuur 8.11
Figuur 8.12
1. Luchttoevoerleiding (aansluiting ø80mm).
a. Monteer de luchttoevoerleiding. Maak gebruik van
stevig gasdicht materiaal, dat tevens bestand is
tegen omgevingstemperaturen die op kunnen
treden. Dit geldt vooral bij concentrische systemen
of bij een luchttoevoerpijp die zich dicht in de buurt
van een rookgaspijp bevindt.
b. Als de luchttoevoerpijp door warme, vochtige
ruimtes loopt, kan er aan de buitenkant van deze
pijp condensvorming optreden. Isoleer deze pijp
dampdicht om dit te voorkomen.
2. Rookgasafvoerleiding (aansluiting ø80mm).
a. Monteer de rookgasafvoerleiding. Gebruik KOMO
gekeurd gasdicht rookgasafvoermateriaal, geschikt
voor het afvoeren van condenserende gassen.
b. Let op de stromingsrichting van de rookgassen. Let in
verband hiermee ook op de verbinding van de pijpen.
Horizontale verbrandingsgasafvoerpijp
minimaal 50 mm/m op afschot leggen!
Het condenswater en eventueel
regenwater loopt nu naar het toestel terug.
3. Plaats de afdichtdop (3) in het niet gebruikte lucht-
toevoergat, links of rechts.
Gebruik van bestaande HR-rookgasafvoer
Sluit het toestel alleen op een bestaand HR-rookgasafvoer-
systeem aan als dit nog een gegarandeerde levensduur van
ten minste 15 jaar heeft.
22
Luchttoevoerpijp rechts
Luchttoevoerpijp links
MegaDens 3
/ MegaDens 4(SHR)
122
Voor de rookgasafvoer- en luchttoevoerleidingen geldt:
a. Inkorten van dit materiaal dient haaks te gebeuren en
verwijder de ontstane bramen.
b. Het materiaal met een draaiende beweging in elkaar
steken en eventueel een beetje zeep gebruiken voor
de smering (vetten kunnen de lippenring aantasten).
c. Beugel de pijpelementen spanningsvrij aan vaste
punten in het gebouw met een tussenstand van
maximaal 2 meter.
d. Het gewicht van de pijpelementen mag niet recht-
streeks op de ketel rusten, daarnaast mag dit gewicht
niet rechtstreeks aan de dakdoorvoer komen te
hangen.
e. Ten aanzien van de dakdoorvoer geldt dat deze
vastgezet dient te worden met de bij de doorvoer
bijgeleverde bevestigingsbeugel.
Concentrische aansluiting
MegaDens 3, 4 en 5
Ring
Rubber
Figuur 8.13
Verwijder de ring rond de rookgasafvoer en het rubber.
Dicht de beide luchttoevoeropeningen met doppen (3)!
MegaDens 4SHR en 5SHR
Isolatie
Ring
Rubber
Figuur 8.14
Snij en verwijder de isolatie (diameter gat ± ø140mm).
Verwijder de ring rond de rookgasafvoer en het rubber.
Dicht de beide luchttoevoeropeningen met doppen (3)!
Luchttoevoer vanuit opstellingsruimte (B23/B33)
Bij deze opstelling, waar het toestel als "open toestel"
wordt aangesloten, dient voldaan te worden aan de
eisen die gesteld zijn in de NPR3378-42.
Zorg ervoor dat de luchttoevoeropeningen ten allen tijde
open blijven om voldoende luchttoevoer te garanderen.
Plaats op de luchttoevoer een 90
invallend vuil of afdekking van de opening te voorkomen.
Let op: IP-klasse IPX4D vervalt bij een "open toestel".
Het verdient echter de voorkeur de luchttoevoer niet op
deze manier aan te sluiten, maar het toestel als gesloten
toestel te monteren.
/ MegaDens 5(SHR)
126
131
o
-bocht (B23) om evt.