NEDERLANDS
• Druk de [ENTER]-toets: de waarden kunnen worden gewijzigd.
• Gebruik de toetsen ▲/▼ om de gewenste modus te selecteren:
• Sound: de projector begint in de geluidsmodus te werken.
• Freeze: de uitvoer van de projector wordt aangehouden op basis van het laatste geldige DMX-signaal.
• Blackout: De uitvoer wordt zwart als er geen DMX wordt gedetecteerd.
• Druk zodra de juiste optie op het scherm wordt weergegeven de [ENTER]-toets om deze te bevestigen.
Opmerking: zodra de ingang een DMX-signaal detecteert wordt de verduister-, bevriezings- of
geluidsmodus geannuleerd.
[DMX Functions > View DMX Value]
Toont de waarde van iedere functie van het armatuur op ieder moment. Wordt gebruikt voor
probleemoplossing.
• Druk op de toets [MENU] om de verschillende functies in het menu te openen.
• Druk op de toetsen ▲/▼ tot de gewenste functie op het scherm wordt weergegeven.
[Show Settings > Show Chase]
Wordt gebruikt voor het selecteren van de installatiestand van de projector in stand-alonemodus.
• Druk op de toets [MENU] om de verschillende functies in het menu te openen.
• Druk op de toetsen ▲/▼ tot de gewenste functie op het scherm wordt weergegeven.
• Druk op de toets [ENTER] om de gewenste showmodus te selecteren.
• [show 1]
• [show 2]
• [show 3]
• [show 4]
• Druk zodra de juiste modus op het scherm verschijnt, de [ENTER]-toets om dit te bevestigen.
[Show Settings > Slave Mode]
• Wordt gebruikt om het slave-apparaat tegenovergesteld aan of volledig synchroon met de master
te laten werken.
• Druk op de toets [MENU] om de verschillende functies in het menu te openen.
• Druk op de toetsen ▲/▼ tot de gewenste functie op het scherm wordt weergegeven.
• Druk de [ENTER]-toets: de waarden kunnen worden gewijzigd.
• Gebruik de toetsen ▲/▼ om de gewenste modus te selecteren:
• Slave 1: de slave werkt volledig gesynchroniseerd met de master.
• Slave 2: de slave werkt in de tegenovergestelde modus vergeleken met de master.
• Druk zodra de juiste optie op het scherm wordt weergegeven de [ENTER]-toets om deze te bevestigen.
[Show Settings > Sound Trigger]
• Wordt gebruikt om het apparaat in audiomodus te laten werken.
• Druk op de toets [MENU] om de verschillende functies in het menu te openen.
• Druk op de toetsen ▲/▼ tot de gewenste functie op het scherm wordt weergegeven.
• Druk de [ENTER]-toets: de waarden kunnen worden gewijzigd.
• Gebruik de toetsen ▲/▼ om de gewenste modus te selecteren.
[Show Settings > Sound Sense]
• Wordt gebruikt om de gevoeligheid van de ingebouwde microfoon aan te passen.
• Druk op de toets [MENU] om de verschillende functies in het menu te openen.
• Druk op de toetsen ▲/▼ tot de gewenste functie op het scherm wordt weergegeven.
• Druk de [ENTER]-toets: de waarden kunnen worden gewijzigd.
• Gebruik de toetsen ▼/▲ om een waarde te kiezen tussen "000" (zeer lage gevoeligheid) en "100" (hoge
gevoeligheid).
• Druk op de toets [ENTER] om de gewenste gevoeligheid te bevestigen.
[Fixture Settings > Pan Inverse]
Wordt gebruikt om te selecteren of de PAN-bewegingen al dan niet worden omgekeerd.
• Druk op de toets [MENU] om de verschillende functies in het menu te openen.
• Druk op de toetsen ▲/▼ tot de gewenste functie op het scherm wordt weergegeven.
• Druk de [ENTER]-toets: de waarden kunnen worden gewijzigd.
JB SYSTEMS
®
GEBRUIKSAANWIJZING
8/17
CHALLENGER WASH