Inhoudsopgave
Advertenties
Storingen oplossen
8
8.2 Storings- en onderhoudsmeldingen
De bedieningseenheid maakt onderscheid tussen drie soorten meldingen:
• Servicemelding
• Storingsmelding (= installatiefout; verkeerde instellingen op de bedieningseenheid of fouten van
componenten)
• Onderhoudsmeldingen (melding, dat onderhoud nodig is)
OPMERKING: Schade aan de installatie door bevriezing!
Wanneer de verwarmingsinstallatie door een storingsuitschakeling niet in bedrijf is, kan
deze bij vorst bevriezen.
B Probeer de storing op te lossen.
B Indien dat niet mogelijk is, moet u direct contact opnemen met uw installateur.
De storingen zijn afhankelijk van het type verwarmingsketel dat wordt gebruikt. Informa-
tie over de storingen vindt u in de documentatie van de verwarmingsketel.
Kolom "code" in tab. 6
De meldingen zijn met codes gemarkeerd. Die geven de installateur de nodige informatie betreffen-
de de mogelijke oorzaak.
De codes bestaan uit twee delen. Eerst wordt de servicecode (displaycode) getoond (bv. A01).
Door naar rechts draaien van de draaiknop wordt de storingscode (bv.816) getoond.
Het display geeft met de servicecode aan, of een Storing (= installatiefout) of een onderhoud aan-
wezig is.
1. Bij een storingsmelding draaiknop
De storingscode wordt weergegeven.
2. Controleer, of de storing met een reset (
tab. 6 kan worden verholpen.
3. Anders direct contact opnemen met uw installateur (code doorgeven).
4. Bij een onderhoudsmelding controleren, of de melding met behulp van de uitleg in tab. 6 kan wor-
den opgeheven.
5. Anders direct contact opnemen met uw installateur (code doorgeven).
30
Logamatic EMS Bedieningseenheid RC25 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
naar rechts draaien.
hoofdstuk 8.3) of met behulp van de verklaringen in
Advertenties
Inhoudsopgave
