Delen van bestanden met andere DLNA Certified™-apparaten instellen
1
Verbind uw apparaat met een Wi-Fi®-netwerk.
2
Tik op uw Startscherm op
3
Tik op en vervolgens op Mediaserver.
4
Versleep de schuifregelaar om de functie Media delen in te schakelen.
verschijnt in de statusbalk. Uw apparaat kan nu als mediaserver functioneren.
5
Verbind uw computer of andere apparaten met hetzelfde Wi-Fi®-netwerk als uw
apparaat.
6
Er verschijnt een melding op de statusbalk van het apparaat. Open de melding en
stel de relevante toegangsrechten voor andere apparaten in.
De bovenstaande instructies kunnen verschillen afhankelijk van de gebruikte clientapparaten.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw clientapparaat voor meer informatie. Als het
apparaat geen verbinding kan maken, controleert u of uw Wi-Fi®-netwerk werkt.
U kunt het menu Mediaserver ook openen onder Instellingen > Xperia™-connectiviteit >
Mediaserverinstellingen. Als u de weergave Mediaserver sluit, blijft de functie bestanden delen
op de achtergrond actief.
Delen van bestanden met andere DLNA Certified™-apparaten stoppen
1
Tik op uw Startscherm op
2
Tik op en vervolgens op Mediaserver.
3
Sleep de schuifregelaar om de Media delen-functie uit te schakelen.
Toegangsmachtigingen instellen voor een apparaat dat in behandeling is
1
Tik op uw Startscherm op
2
Tik op en vervolgens op Mediaserver.
3
Selecteer een apparaat in de Apparaten in behandeling-lijst.
4
Selecteer een toegangsmachtigingniveau.
De naam van een geregistreerd apparaat wijzigen
1
Tik op uw Startscherm op
2
Tik op en vervolgens op Mediaserver.
3
Selecteer een apparaat in de lijst Geregistreerde apparaten en selecteer
vervolgens Naam wijzigen.
4
Voer een nieuwe naam voor het apparaat in.
Het toegangsniveau van een geregistreerd apparaat wijzigen
1
Tik op uw Startscherm op
2
Tik op en vervolgens op Mediaserver.
3
Selecteer een apparaat in de Geregistreerde apparaten-lijst.
4
Tik op Toegangsniveau wijzigen en selecteer een optie.
Hulp krijgen over het delen van inhoud met andere DLNA Certified™-apparaten
1
Tik op uw Startscherm op
2
Tik op en vervolgens op Mediaserver.
3
Tik op
.
Bestanden afspelen op een Digital Media Renderer-apparaat
Met DLNA™-technologie kunt u media-inhoud die op uw apparaat is opgeslagen naar
een ander apparaat sturen dat op hetzelfde Wi-Fi®-netwerk is aangesloten. Het andere
apparaat moet als een Digital Media Renderer (DMR)-apparaat kunnen werken. Dat
betekent dat het content die het van uw apparaat ontvangt kan renderen of afspelen.
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
, ga naar
en tik hierop.
, ga naar
en tik hierop.
, ga naar
en tik hierop.
, ga naar
en tik hierop.
, ga naar
en tik hierop.
, ga naar
en tik hierop.
95