Handleiding
4
Bewakingen en beveiligingen
Ter bescherming van het aggregaat zijn diverse bewakingen en beveiligingen aangebracht.
4.1 Bewakingen
Afhankelijk van de uitvoering kunnen de volgende bewakingen / voorzieningen zijn toegepast;
koelwatertemperatuur
koelwaterniveau
oliedruk
lekbakniveau
brandstofniveau laag
frequentiefout
spanningsfout generator
4.2 Beveiligingen
In de panelen bevinden zich de zekeringautomaten en vermogensautomaten. De
zekeringautomaten zijn terug te vinden door de tekst op de kabelkokers in de kast(en) Voor een
juiste en normale bedrijfstoestand dienen alle zekeringautomaten IN te staan. In de
elektrotechnische schema´s zijn de verschillende zekeringautomaten aangegeven.
LEVENSGEVAAR!
In de panelen kan een levensgevaarlijke spanning heersen. Wanneer een
van de zekeringautomaten moet worden in- of afgeschakeld dan mag dit
alleen gebeuren door een daartoe bevoegd en voldoende onderricht
persoon.
Noodstop
Op de besturingskast van een aggregaat is een noodstop aangebracht die in een noodsituatie het
aggregaat kan uitschakelen. Na het bedienen van de noodstopknop zal de generatorschakelaar
direct afgeschakeld worden en zal het aggregaat stilvallen. Bij sets in een omkasting of container
is er aan de buitenzijde ook een noodstop aangebracht.
OPGELET!
Bij sets in een omkasting of container kan de noodstopknop aan de buitenkant
met een klepje afgedekt worden. Bij gebruik van het klepje moet men de risico's van wel of niet
afdekken goed overwegen.
Bredenoord Aggregaten
©
spanningsfout accu
brandstofniveau laag
melding aggregaat niet stand-by
hoofdschakelaar uit melding
noodstop melding
10