3.
In het veld IP-adres van apparaat voert u het IP-adres van het apparaat in waar het
iSCSI-doel ligt; klik vervolgens op Volgende.
4.
Selecteer een iSCSI-doel in de opgehaalde lijst en klik op Volgende.
5.
Als u verificatie wilt toevoegen aan het doel, klikt u op de schakelknop
deze AAN staat, voert u een gebruikersnaam en wachtwoord in en klikt u op
Volgende.
Geen verificatie is de standaardinstelling. Wilt u de standaardinstelling
aanhouden, let er dan op dat het veld Verificatie uitgeschakeld is en klik op
Volgende.
6.
Selecteer een LUN (Local Unit Number, lokale-eenheidnummer) in de lijst en klik
op Volgende.
7.
Voer een naam in voor de sharemap en klik op Volgende.
8.
Bekijk het overzicht van Volumevirtualisatie en controleer of alle instellingen correct
zijn; klik dan op Opslaan. Een virtueel volume is gemaakt.
Een gevirtualiseerd volume verbinden met een doel
Gebruik de volgende stappen om een gevirtualiseerd volume op het apparaat te koppelen
met een doel.
1.
Op de pagina Opslag klikt u op Volumevirtualisatie als dat nog niet is geselecteerd.
2.
Klik op Details naast het virtuele volume dat u wilt verbinden.
3.
Klik op Verbinden. Wanneer de verbinding met het doel tot stand is gebracht,
formatteert het systeem automatisch de LUN, als dat nog niet is gebeurd.
4.
Wanneer uw virtuele volume is geformatteerd, klikt u op Sluiten. De status van het
volume wijzigt in Verbinden.
Het nieuwe virtuele volume is nu beschikbaar op uw My Cloud EX2 Ultra-apparaat.
Een gevirtualiseerd volume wijzigen
Gebruik de volgende stappen om een gevirtualiseerd volume op het apparaat te wijzigen.
1.
Op de pagina Opslag klikt u op Volumevirtualisatie als dat nog niet is geselecteerd.
2.
Selecteer het virtuele volume dat u wilt wijzigen en klik op Wijzigen.
3.
Breng de nodige wijzigingen op het volume aan en klik op Opslaan. Wanneer de
gewijzigde instellingen zijn opgeslagen, wordt het virtuele volume opnieuw
verbonden.
MY CLOUD EX2 ULTRA-PRIVÉCLOUDOPSLAG
GEBRUIKERSHANDLEIDING
OPSLAG BEHEREN OP DE MY CLOUD EX2 ULTRA
zodat
61