3. Luchtstroom geblokkeerd.
a.
Controleer rondom het apparaat of de luchtstroom is geblokkeerde en de correcte staat van het ap-
paraat.
4. Gasdruk te laag. (Air controlelampje
a.
Controleer de gasbron. Regel naar juiste instelwaarde.
5. Versleten toortsdelen.
a.
Controleer het schermgasmondstuk, het snijmondstuk, de ontstekingspatroon en de elektrode. Indien
noodzakelijk vervangen.
6. Defecte component in het apparaat.
a.
Breng hem terug voor reparatie of laat hem zoals voorgeschreven in de servicehandleiding repareren
door een gekwalifi ceerd monteur.
L. De toorts snijdt, maar niet goed
1. De stroombediening is te laag ingesteld.
a.
Verhoog de stroominstelling.
2. De toorts wordt te snel over het werkstuk verplaatst.
a.
Verminder de snijsnelheid.
3. Te veel olie of vocht in de toorts.
a.
Houd de toorts, terwijl u hem doorspuit, op 1/8 inch (3 mm) van een schoon oppervlak en observeer
de ophoping van olie of vocht (ontsteek de toorts niet). Bij aanwezigheid van contaminanten in het gas kan
extra fi ltering noodzakelijk zijn.
4. Versleten toortsdelen.
a.
Controleer het schermgasmondstuk, het snijmondstuk, de ontstekingspatroon en de elektrode. Indien
noodzakelijk vervangen.
M. Het gas in de toorts pulseert 3 maal en stopt dan. Het AC lampje knippert
1. De toortsdelen zijn niet goed in de toorts gemonteerd. Het is mogelijk dat men heeft geprobeerd om toortsdelen
te verwijderen zonder eerst de ON/OFF voedingsschakelaar op het apparaat op OFF te zetten.
a.
Verzeker u ervan dat de toortsdelen naar behoren zijn geïnstalleerd.
b.
Zet de ON/OFF schakelaar op OFF en vervolgens weer terug op ON.
Handleiding0-5190
AAN (ON) terwijl de trekker is geactiveerd.)
5-5
CUTMASTER 12+
SERVICE