3 Beschrijving van het apparaat Nee. Aanwijzing Beschrijving POWER Houd de knop ingedrukt om de meter in en uit te schakelen. Druk kort op de knop om de achtergrondverlichting in of uit te schakelen. HOLD knop Hierdoor bevriezen de weergegeven meetwaarden. Gebruik deze knop in de instellingen om het instellingenmenu te verlaten.
Omlaag/ALARM-knop Gebruik deze toets in het instellingenmenu om de waarden te wijzigen en houd de toets ingedrukt om de selectie te versnellen. Resetknop Resetten van het apparaat: druk tijdens het inschakelen op de knop met een spits voorwerp om het apparaat te resetten.
Functies Data Hold Door één keer op de Hold toets te drukken, worden de waarden in het display bevroren. Door nogmaals op de toets te drukken wordt deze functie weer gedeactiveerd. Min/max-waarden opslaan Druk kort op de REC-knop. Het display toont "REC" en de maximale en minimale waarden worden op de achtergrond opgeslagen.
weergegeven met "P x" en kan worden gewijzigd in 1 ... 99 met de pijltjestoetsen. Dit stelt u in staat om de metingen toe te wijzen aan verschillende locaties. SD-kaart / geheugenstructuur Het is aan te raden om een SD-kaart met max. 4 GB te plaatsen. De gegevens worden in de volgende structuur op de kaart opgeslagen: Map: PAB01 De volgende bestanden worden daarin aangemaakt:...
5.8.3 Temperatuur kalibratie Druk op de ENTER-toets om de temperatuurwaarde te kalibreren. Gebruik de pijltjestoetsen om de waarde aan te passen. Om op te slaan, drukt u op de ENTER-knop. 5.8.4 CO2 kalibratie Druk op de ENTER-knop om de CO2-waarde te kalibreren. Gebruik de pijltjestoetsen om de waarde aan te passen.
Automatische uitschakeling Druk op de toets omhoog of omlaag om "JA" of "NEE" te selecteren. Wanneer "YES" is geselecteerd, drukt u op de ENTER-knop om de instelling op te slaan. Druk op de SET-toets om naar de volgende instelling te gaan. Opmerking: Als het apparaat via de voedingseenheid wordt bediend, wordt de automatische uitschakeling gedeactiveerd.
ENTER-knop. Door op de SET-toets te drukken gaat u naar "SET ESC" (instellingen verlaten), door er nogmaals op te drukken verlaat u de instellingen en keert u terug naar de meetmodus. RS232-interface Het instrument heeft een seriële RS232-interface met een 3,5 mm uitgang. De data-uitvoer is een 16 cijferreeks, die kunnen worden gebruikt voor uw speciale toepassingen.
Systeem reset Als de meter vastloopt of niet reageert op het indrukken van knoppen, gebruik dan de reset om de meter te resetten. Om dit te doen, drukt u één keer op de resetknop met een spits voorwerp terwijl u de stroom inschakelt. Hierna kunt u via het instellingenmenu het apparaat weer naar wens instellen.