6.2 Ventielen
Bij voorkeur gebruikt u TFF toevoer ventielen of EFF afvoer ventielen. Denk bij het
plaatsen van de ventielen aan het volgende:
•
Zorg ervoor dat de toe -en afvoerventielen minimaal 1,5 m van elkaar zijn verwijderd
zodat de luchtstromen niet met elkaar in contact kunnen komen
•
Plaats het ventiel bij voorkeur niet dicht in de buurt van een muur om verontreiniging
te voorkomen
•
Om de weerstand te beperken raden we aan om enkel ventielen gelijk aan of
groter dan maat ø125 mm te gebruiken
•
Maximaal afvoerdebiet per ventiel: 75 m
•
Maximaal toevoerdebiet per ventiel: 50 m
Luchtkanalen kiezen
Bij het kiezen van de juiste kanalen is het debiet en maximale luchtsnelheid bepalend
om geen extra geluidshinder en drukval te genereren (zie tabel).
Zorg ervoor dat het totale drukverlies zo laag mogelijk is (streefdoel ≤ 100 Pa) en de
luchtsnelheid in elk kanaal lager is dan 3 m/s.
Selecteren luchtkanalen
3
Gewenst debiet (m
0 – 30
30 – 150
150 – 350
350 - 450
400 - 500
6.3 Constant volume regeling
Door de ingebouwde anemometer in de ventilatorbehuizing, wordt het ingestelde
luchtvolume altijd tot 1% nauwkeurig behaald. Hierdoor bent u altijd verzekerd van
het ingestelde luchtvolume bij het maximale rendement, ondanks obstructies in de
luchtstroom die bijvoorbeeld zijn veroorzaakt door vervuilde filters of kanalen.
/h)
Aangeraden minimale kanaaldiameter (mm)
>100
>125
>150
>180
2x 180 (zij- en boven aansluiting gebruiken)
3
/h
3
/h
index
27