7
Afvoer- en toevoerkanaal zodanig door het dakbeschot voeren dat er geen condens-
water in het dakbeschot ontstaat en het geheel luchtdicht is; tevens het afvoerkanaal
tussen de HRC en de dakdoorvoer zodanig uitvoeren dat oppervlakte condensatie wordt
voorkomen. De plaats van de afvoer van de mechanische ventilatie lucht en rioolontluchting
zo kiezen t.o.v. de toevoer dat er geen hinder ontstaat.
De plaats van de toevoerventielen zodanig kiezen dat vervuiling en tocht worden
voorkomen.
A Afvoerventiel ø125 kunststof (MKL) of metaal (EFF-125/ EFF-150/160)
B Toevoerventiel ø125 (TFF-125) of ø160 (TFF-160)
a Spleet onder de deur van 2cm. Voldoende overstroomopeningen aanbrengen,
zie NEN 1087:2018
1
2
3
4
5
6
1.
Afvoer naar buiten
2.
Toevoer van buiten
3.
Toestel voorzien van juiste
filters
4.
HRC (waterpas opstellen)
5.
Condens afvoer aansluiten
volgens installatie-
voorschrift
6.
Toevoerkanaal naar
woning akoestisch
geïsoleerd aansluiten
7.
Afvoerkanaal uit woning
akoestisch geïsoleerd
aansluiten
index
17