6.
Steek de duwboomstang (26) tussen de bovenste uiteinden van de wielbeugels (20).
Duw twee bouten M6X45 (11) door de wielbeugels en de duwboomstang. Schuif de
pen- en de beugelmontage (19) op de uitstekende uiteinden van de bouten. Maak dit
geheel vast met borgmoeren M6 (24). De pen- en beugelmontage dient zich aan de
rechterkant van de hendel te bevinden (indien u zich achter de strooier bevindt).
DRAAI NU ALLE MOEREN EN BOUTEN VAST, DIE U TOT NU TOE AANGEBRACHT
HEBT. DRAAI DE SCHROEVEN NIET TE VAST AAN.
OPMERKING:
De duwboom kan hoger of lager gezet worden, afhankelijk van de voorkeur van de
gebruiker. Voordat u de debietregelaar, de handgrepen en de duwboomstang aanbrengt,
moet u beslissen welke van de 3 posities het meest comfortabel is voor de gebruiker.
Als u de middenste of bovenste positie verkiest, bevestig dan de duwboomafstandhouder in
het gat dat het dichtst bij de handgrepen ligt.
7.
a) Duw een bout M6X45 (11) door de linkerhandgreepbeugel (23), de
duwboomafstandhouder (1) en de rechterhandgreepbeugel, gevolgd door een platte
drukring Ø6 (48) en een borgmoer M6 (24).
Schuif de debietregel- & hendelmontage (4) over de bouten en maak vast met
borgmoer M6 (24).
b) Draai de borgmoeren stevig vast.
5