Systeemschakeleenheid, Systeemsensor 180
4 Informatie voor elektromonteurs
4.1 Montage en elektrische aansluiting
GEVAAR!
Elektrische schok bij aanraken van onderdelen die onder spanning staan.
Elektrische schokken kunnen dodelijk letsel tot gevolg hebben.
Voordat werkzaamheden aan de vermogenseenheid of de last worden uitge
voerd, moeten alle bijbehorende installatieautomaten worden vrijgeschakeld.
Spanningvoerende delen in de omgeving afdekken!
VOORZICHTIG!
Beschadiging van het apparaat bij te hoge warmteinstraling.
Sensoren worden beschadigd.
Systeemsensoren zodanig uitrichten, dat er zonnestralen niet direct in het sen
sorvenster vallen.
Systeemsensoren niet in de zon leggen.
Montageplaats voor systeemsensoren kiezen
De optimale reikwijdte van de systeemsensoren wordt bij een montagehoogte van 2,40 m en
uitrichting zijwaarts op de bewegingsrichting (afbeelding 5) bereikt.
De reikwijdte vermindert bij:
- Stijgend terrein
- Gekantelde sensorkop
- Lager temperatuurverschil
- Montagehoogte minder dan 2,4 m
- Weersinvloeden, bijv. regen of sneeuw
De reikwijdte wordt groter bij:
- Dalend terrein
- Naar boven gerichte sensorkop
- Hoger temperatuurverschil
- Montagehoogte hoger dan 2,4 m
o
Trillingsvrije montageplaats kiezen. Trillingen kunnen ongewilde schakelingen veroorza-
ken.
o
Storingsbronnen in registratiezone vermijden. Storingsbronnen, bijv. radiatoren, ventilatie,
airconditioning of afkoelende lampen kunnen ongewilde schakelingen tot gevolg hebben.
32529513
J:0082529513
Afbeelding 5: Aanbevolen bewegingsrichting
4/13
17.04.2014