De VAIO-computer gebruiken >
n
31
N
De VAIO-computer gebruiken
In dit deel wordt beschreven hoe u optimaal kunt gebruikmaken van alle mogelijkheden van de VAIO-computer.
❑ Het toetsenbord gebruiken
(pagina 32)
❑ Het touchpad gebruiken
(pagina 35)
❑ De knoppen voor speciale functies gebruiken
(pagina 36)
❑ De ingebouwde camera gebruiken
(pagina 37)
❑ Het optische station gebruiken
(pagina 38)
❑ Een 'Memory Stick' gebruiken
(pagina 45)
❑ Andere modules/geheugenkaarten gebruiken
(pagina 52)
❑ Het internet gebruiken
(pagina 60)
❑ Het netwerk (LAN) gebruiken
(pagina 61)
❑ Draadloos LAN gebruiken
(pagina 62)
❑ Draadloos WAN gebruiken
(pagina 67)
❑ De Bluetooth-functie gebruiken
(pagina 71)
❑ Vingerafdrukverificatie gebruiken
(pagina 77)
❑ De TPM gebruiken
(pagina 84)