•
Houd deze knop ingedrukt om het
systeem uit te schakelen.
•
Druk op deze knop om de
mutefunctie van de luidsprekers in- of
uit te schakelen.
•
Druk op deze knop om een optie te
bevestigen.
•
Draai om tussen menuopties te
schakelen.
•
Draai om het geluidsniveau in te
stellen.
s
•
Druk herhaaldelijk op deze knop om
een vooraf ingestelde equalizer te
kiezen.
•
Houd deze knop ingedrukt om de
instellingen voor van bas, treble, balans
en fader te activeren.
/
t
•
Hiermee stemt u af op een
radiozender.
•
Druk op de knop om naar de vorige/
volgende track te gaan.
•
Houd deze knop ingedrukt om een
track terug te spoelen of vooruit te
spoelen.
u BAND
•
Druk herhaaldelijk op de knop om een
tunerfrequentieband te kiezen.
v MENU
•
Druk hierop om het systeemmenu te
openen.
w
•
Plaats hier een SD/SDHC-kaart.
x RESET
•
Druk op de knop om het systeem naar
fabrieksinstellingen te resetten.
6
NL
3 Het autoau-
diosysteem
installeren
Let op
•
Gebruik de knoppen alleen zoals vermeld in deze
gebruikershandleiding.
Volg altijd de instructies in dit hoofdstuk op
volgorde.
Deze instructies zijn van toepassing op een
standaardinstallatie. Maak de benodigde
aanpassingen als uw auto andere vereisten
heeft. Raadpleeg uw lokale leverancier als u
vragen over installatiepakketten hebt.
Opmerking
•
Dit systeem is uitsluitend ontworpen voor gebruik bij
12 V negatieve aarding.
•
Installeer dit systeem in het dashboard van de auto.
Andere locaties kunnen gevaar opleveren omdat
de achterkant van het systeem warm wordt tijdens
gebruik.
•
Zorg ervoor dat de motor niet is gestart wanneer u de
kabels gaat aansluiten, anders kan kortsluiting ontstaan.
•
Sluit de gele en rode kabels pas aan nadat alle andere
kabels zijn aangesloten.
•
Zorg ervoor dat alle losse kabels zijn geïsoleerd met
isolatietape.
•
Zorg ervoor dat de kabels niet vast kunnen raken
onder schroeven of in bewegende metaaldelen (zoals
de rails van de zitting).
•
Zorg ervoor dat alle aardingskabels zijn geaard.
•
Gebruik alleen het meegeleverde bevestigingsmateriaal
voor een veilige installatie.
•
Onjuiste zekeringen kunnen schade of brand
veroorzaken. Raadpleeg een expert wanneer u de
zekering moet vervangen.
•
Wanneer u andere apparaten op dit systeem aansluit,
zorg er dan voor dat het maximumvermogen van
de stroomkring van de auto groter is dan het totale
vermogen van alle aangesloten apparaten.
•
Sluit geen luidsprekerkabels aan op de metalen
behuizing of het chassis van de auto.
•
Sluit geen gestreepte luidsprekerkabels op elkaar aan.