Fouten of storingen verhelpen
Storing
Het apparaat is koud of
slechts handwarm.
Onvoldoende
doorstroomhoeveelheid
Gebrekkig warmtevermogen
van de verbruikers.
Het apparaat is koud of
slechts handwarm.
Onvoldoende
doorstroomhoeveelheid
Gebrekkig warmtevermogen
van de verbruikers.
Onvoldoende
doorstroomhoeveelheid
Gebrekkig warmtevermogen
van de verbruikers.
Onvoldoende
doorstroomhoeveelheid
Gebrekkig warmtevermogen
van de verbruikers.
Onvoldoende
doorstroomhoeveelheid
Gebrekkig warmtevermogen
van de verbruikers.
Onvoldoende
doorstroomhoeveelheid
Gebrekkig warmtevermogen
van de verbruikers.
Onvoldoende
doorstroomhoeveelheid.
30
Oorzaak
De toe- en afvoerafsluiter zijn
gedeeltelijk of helemaal gesloten.
De aanvoer, de afvoer of de
inwendige delen zijn vervuild.
Het apparaat is te klein
gedimensioneerd.
De verschildruk is te laag.
De leiding naar het apparaat is
zonder afschot geïnstalleerd.
Gebrekkige ontluchting.
De afsluitpluggen werden niet
van de aansluitingen verwijderd.
Maatregel
Open de afsluiters volledig.
Indien aanwezig, bedient u de hand-
beluchtingsinrichting.
Reinig de leidingen.
Reinig het apparaat.
Pas een apparaat met grotere
doorstroomcapaciteit toe.
Verhoog de stoomdruk.
Reduceer de druk in de
condensaatleidingen.
Pas een apparaat met grotere
doorstroomcapaciteit toe.
Pas een ander type apparaat toe.
Installeer de leiding onder afschot.
Verander het verloop van de leiding.
Sluit een extra ontluchting aan conform
de instructies van de fabrikant.
Pas een ander type apparaat toe.
Neem contact op met de leverancier, om
een geschikt type te bepalen.
Demonteer het apparaat.
Verwijder de afsluitpluggen.
Monteer het apparaat.