Regelunit aanbrengen
Opgelet!
Functionele storingen bij verkeerd
inbouwen van de regelunit.
Monteer het apparaat altijd zodanig,
dat de typeplaat naar boven wijst en
de vlotter verticaal kan worden
bewogen.
Zorg er voor dat de stroomrichting in
de leiding correspondeert met de
doorstromingspijl op het apparaat.
Controleer alle gedemonteerde onderdelen op
beschadiging.
Vervang versleten of beschadigde onderdelen.
Reinig vervuilde onderdelen.
Smeer alle schroefdraad en de oplegvlakken van
schroeven en moeren met
temperatuurbestendig smeermiddel.
Het smeermiddel moet dezelfde eigenschappen
hebben als OKS
217.
®
Opgelet!
Lekkage van het apparaat bij beschadiging
van de afdichting mogelijk.
Vervang alle bij de werkzaamheden
losgemaakte afdichtingen.
Gebruik alleen nieuwe afdichtingen
van hetzelfde type.
Vervang alle afdichtingen door nieuwe
afdichtingen van hetzelfde type.
Plaats een nieuwe regelaarafdichting (28) in de
behuizing (2).
Draai de regelgarnituur (4) in de gewenste
inbouwpositie.
Plaats de regelgarnituur zonder omvallen in de
behuizing.
Bevestig de regelgarnituur met de vier
binnenzeskantschroeven (27).
Het draaimoment van de binnenzeskantschroeven is
afhankelijk van het apparaat.
Bij apparaten met DN 15 tot DN 25 is een
draaimoment van 4 Nm vereist.
Bij apparaten met DN 40 tot DN 65 is een
draaimoment van 7 Nm vereist.
Trek de binnenzeskantschroeven met het
genoemde draaimoment aan.
Breng de kap van de behuizing aan, zoals in de
Kap aanbrengen
paragraaf "
beschreven.
" vanaf pagina 20 is
19