In geval van storingen
Probleem
Mogelijke oorzaak
De zender wordt
Geen aansluiting op de netspan-
niet ingescha-
ning
keld
De accu is leeg
De kinbeugel-
hoofdtelefoon
kan niet worden
De accu is diep ontladen
ingeschakeld
Geen aansluiting op de netspan-
ning
De audiostekker is niet goed inge-
stoken
De geluidsbron is uitgeschakeld
Het volume van de analoge geluids-
Geen geluid
bron is op minimaal ingesteld of is
op mute geschakeld
De audiokabel is defect
De kinbeugel-hoofdtelefoon is niet
goed met de zender gekoppeld
(bijv. extra kinbeugel-hoofdtele-
foon/ontvanger)
Zowel op de digitale als de analoge
audio-ingang zijn kabels aangeslo-
ten
Geen geluid bij
een digitale
De digitale geluidsbron stuurt sig-
geluidsbron
nalen in een audioformaat dat niet
wordt ondersteund. De LED
erstatus
De kinbeugel-hoofdtelefoon is
buiten reikwijdte van de zender
Het geluid valt
soms weg, er
Het signaal is afgeschermd
worden eventu-
eel 5 geluidssig-
nalen hoorbaar
Storende apparaten (bijv. Wi-Fi-
in de hoofdtele-
routers, Bluetooth-apparaten of
foon
magnetrons) in de omgeving
Het volume op de kinbeugel-hoofd-
telefoon is te zacht ingesteld
Het geluid staat
te zacht
Het volume van de analoge geluids-
bron is te zacht ingesteld.
38 | RS 5200
In geval van storingen
Zend-
knippert wit-blauw.
Mogelijke remedie
Controleer de aansluitingen van de
voedingsadapter.
Laad de accu op.
Laad de accu gedurende meerdere
uren op. Bij een diep ontladen accu
begint het opladen pas na enige tijd
(tot 1 uur).
Controleer de aansluitingen van de
voedingsadapter.
Controleer de stekkerverbinding.
Schakel de geluidsbron in.
Verhoog het volume van de analoge
geluidsbron tot minimaal een gemid-
delde waarde/schakel de mute-scha-
keling op de geluidsbron uit.
Vervang de audiokabel.
Koppel de kinbeugel-hoofdtelefoon en
zender opnieuw.
Verwijder de kabel van de analoge
ingang.
Stel het audioformaat van uw geluids-
bron op „PCM" in, met een samplefre-
quentie van max. 96 kHz (zie de gebru-
iksaanwijzing van de geluidsbron).
Verminder de afstand tussen kinbeu-
gel-hoofdtelefoon en zender.
Verwijder obstakels tussen zender en
kinbeugel-hoofdtelefoon.
Verander de plaats waar de zender
staat of de positie van de hoofdtele-
foon.
Plaats de zender op een afstand van
minimaal 50 cm van andere apparaten.
Verhoog het volume op de kinbeugel-
hoofdtelefoon.
Verhoog het volume van de analoge
geluidsbron tot minimaal een gemid-
delde waarde (ca. 1 V
eff
Zie
pagina
16
16
16
11
–
–
–
31
11
–
–
–
11
23
–
).