12 Netwerken
USB-aansluiting
Met een USB-kabel kunt u uw apparaat met een compu-
ter verbinden die op een netwerk is aangesloten. Alle
computers in het netwerk kunnen dan contact maken
met het apparaat, als het hiervoor is vrijgegeven. U kunt
het apparaat niet direct met een USB-kabel aan een net-
werk aansluiten, behalve als u over een USB-printser-
veraansluiting beschikt.
Netwerken
Met een WLAN-adapter is het mogelijk om het appa-
raat als netwerkprinter op een bestaand netwerk aan te
sluiten. Alle computers in het netwerk kunnen dan con-
tact maken met het apparaat en scannen of printen.
optioneel en origineel
Opmerking
WLAN is optioneel
WLAN is optioneel en functioneert uitslui-
tend met een originele adapter die u via onze
bestelservice kunt kopen. Nadere informatie:
www.sagemcom.com
Netwerken
Opmerking
Webinterface oproepen
U kunt de netwerkinstellingen van het apparaat
ook met de webinterface bewerken (zie ook
het hoofdstuk Webinterface, op pagina 20).
Draadloos netwerk (WLAN)
optioneel en origineel
Opmerking
WLAN is optioneel
WLAN is optioneel en functioneert uitslui-
tend met een originele adapter die u via onze
bestelservice kunt kopen. Nadere informatie:
www.sagemcom.com
Inleiding
In een draadloos netwerk (Wireless Local Area Net-
work, WLAN) communiceren ten minste twee compu-
ters, printers of andere apparatuur via radiogolven
(hoge frequentiebanden) met elkaar. De gegevensover-
dracht in een draadloos netwerk verloopt via de nor-
men 802.11b en 802.11g.
Opmerkingen over gebruik van WLAN!
GEVAAR!
Opmerkingen over gebruik van WLAN!
De werking van veiligheidsinstallaties, medische
of gevoelige apparaten kan door het zendver-
mogen van het apparaat verstoord raken. Let op
eventuele gebruiksvoorschriften (of -beperkin-
gen) in de buurt van dergelijke installaties.
Het gebruik van dit apparaat kan, door het
versturen van hoge frequentie straling, de
werking van onvoldoende afgeschermde
medische apparatuur evenals gehoorappara-
ten of pacemakers beïnvloeden. Richt u tot
een arts of tot de fabrikant van het medische
apparaat om vast te stellen of deze voldoende
zijn afgeschermd tegen externe hoge frequen-
tie straling.
Netwerken · Draadloos netwerk (WLAN)
Infrastructuur-netwerk
Infrastructuur-netwerk
In een infrastructuurnetwerk communiceren meerdere
apparaten via een centraal access point (gateway, rou-
ter). Alle gegevens worden naar het access point (gate-
way, router) gestuurd en van hieruit verder verdeeld.
Netzwerk: Infrastruktur
Draadloos netwerk (WLAN)
instellen
Instructies voor de configuratie
Opmerking
Instructies voor de configuratie
Laat uw WLAN-netwerk instellen door
iemand met een grondige kennis van de confi-
guratie van uw computer. Een netwerk maken
of zich toevoegen aan een netwerk
Er zijn drie stappen nodig om uw apparaat in een draad-
loos netwerk (WLAN) op te nemen.
Netwerk configureren
1 Configureer het netwerk via uw computer.
2 Zorg dat het apparaat voor het werken binnen een
netwerk is ingesteld.
3 Installeer het programma Companion Center SFX
met de benodigde printerdrivers op uw computer.
U moet bepaalde netwerk- en beveiligingsinstellingen
doen (bijvoorbeeld de Service-Set-ID (SSID) en het
wachtwoord). De instellingen moeten met de gegevens
van het netwerk overeenstemmen. De configuratieassi-
stent van het apparaat helpt u stap voor stap bij het
opzetten van het netwerk.
NL
51