Inhoudsopgave
Advertenties
6 Afzonderlijke onderdelen en bedieningselementen
6.1 Draadloze thermostaat
6.2 Schakelmodule
ON/OFF
Schakelt de Schakelmodule in of uit.
POWER
Voedingsindicator (groen) brandt als het product aan staat
Lampje belasting/storing (rood)
Normale toestand: Gaat aan wanneer de belasting wordt ingeschakeld.
Storingen:
– Knippert 2 keer en geeft aan dat IP onjuist is.
Load
– 3 keer knipperen geeft aan dat het apparaat gedurende 1 uur geen radiosignaal
heeft ontvangen.
– 4 keer knipperen geeft aan dat de ingebouwde sensor defect is (alleen voor ont-
vangers met externe sensor)
– Gaat binnen 10 seconden na het inschakelen aan. Knippert wanneer een scha-
Signaal
kelsignaal wordt ontvangen.
6.3 Display
1 6 programmeerbare perioden ('s
ochtends, werken, 's middags komen, 's
middags gaan, 's avonds, 's nachts)
2 Huidige tijd
3 Draadloze verbinding met de
schakelmodule
4 Weekcycli
5 Automatische modus (geprogrammeerd
programma loopt)
Door kort op de instellingentoets
te drukken kan er tussen hand-
matige en automatische modus wor-
den gewisseld.
6 Handmatige modus (handmatige temperatuurregeling)
7 Vakantiemodus
8 Verwarming
9 Toetsvergrendeling actief: Druk ongeveer 3 seconden op de toets
te beëindigen.
10 Kamertemperatuur (werkelijke temperatuur)
11 Temperatuurinstelling (ingestelde temperatuur)
12 Weekdag (1 = maandag, 7 = zondag)
1
2
3
4
5 6
7
8
om de vergrendeling
6.4 Symbolen
Symbool
Betekenis
Wanneer de toetsenvergrendeling wordt geactiveerd verschijnt het symbool
op het display. Wanneer de toetsenvergrendeling wordt uitgeschakeld, blijft
het symbool verborgen.
Als het apparaat in de verwarmingsmodus staat verschijnt het symbool op het
display. Als het apparaat niet in de verwarmingsmodus staat blijft het symbool
verborgen.
Automatische modus: Het geprogrammeerde weekschema wordt uitgevoerd.
Het apparaat wordt gebruikt in handmatige modus.
Vakantiemodus: Stel het aantal dagen dat u niet thuis bent en stel de gewens-
te temperatuur in.
Knippert als er geen radioverbinding is met de schakelmodule. Is er wel een
verbinding, dan wordt het symbool permanent. weergegeven.
6.5 Toetsenfuncties draadloze thermostaat (a)
Knop
Functie
Indrukken om het apparaat in- of uit te schakelen.
Kort indrukken om te schakelen tussen de automatische-
modus.
Programma-instellingen toepassen: Schakel het apparaat in en zet het met
deze toets in de automatische modus
seconden ingedrukt.
De geavanceerde instellingen openen: Schakel het apparaat uit en houd de toets
drie tot vijf seconden ingedrukt.
Indrukken om een instelling te bevestigen.
Indrukken in de normale modus één keer om de tijd en de dag van de week in te
stellen.
Houd de knop in de normale modus drie tot vijf seconden ingedrukt om de instel-
lingen voor de 'vakantiemodus' te openen.
Terwijl het apparaat is uitgeschakeld, houdt u de toets drie tot vijf seconden
ingedrukt om de geavanceerde instellingen te openen.
Indrukken om de weergegeven waarde te verhogen.
Druk er op om de automatische regeling tijdelijk op te heffen en de temperatuur
handmatig te verhogen (de instellingen voor de automatische werking blijven ook
na beëindiging van de handmatige bediening bestaan).
Indrukken om de weergegeven waarde te verlagen.
Houd de toets ingedrukt om de toetsenvergrendeling te activeren resp. deactive-
ren.
Druk er op om de automatische regeling tijdelijk op te heffen en de temperatuur
handmatig te verlaag (de instellingen voor de automatische werking blijven ook
na beëindiging van de handmatige bediening bestaan).
Installatie
1. Om het frontpaneel van de thermostaat of de schakelmodule te kunnen verwijderen, moet
u eerst met een kleine platte schroevendraaier de bovenste klemmen indrukken en het
12
frontpaneel naar voren toe lostrekken.
2. Op de achterzijde van de schakelmodule bevinden zich 6 aansluitklemmen:
11
10
9
Sluit de nuldraad en de fase van het elektriciteitsnet aan op de ingangen 3 en 4.
Sluit de verbruiker (bijv. een elektrische radiator of een elektrische vloerverwarming) aan
op de uitgangen 1 en 2.
Indien de verbruiker een aardaansluiting heeft moet deze afzonderlijk worden geïn-
stalleerd.
3. Als u ook een externe temperatuursensor (sonde) wilt gebruiken, dan sluit u deze aan op
de klemmen 5 en 6. Met de polariteit hoeft hier geen rekening te worden gehouden, zodat
u de draden kunt aansluiten zoals u wilt.
Zorg dat de aansluitkabels niet worden geknikt, afgekneld of door scherpe ran-
den worden beschadigd. Gebruik onder geen enkele omstandigheden spijkers,
schroeven etc. om de kabels te bevestigen.
4. Monteer de draadloze thermostaat op een hoogte van ca. 1,5 m.
Let erop dat de kabels bij de montage niet worden beschadigd.
2
. Houd de toets vervolgens drie tot vijf
1, 2) elektrische belasting (verbruiker)
3, 4) hoofdstroomvoorziening
5, 6) externe NTC-temperatuursensor (optioneel verkrijg-
baar).
en de handmatige
Advertenties
Inhoudsopgave
