3.2.7 Looptijdbegrenzing
In dit menu kan de looptijd van de pompen op een maximale tijd begrensd worden. Als de pomp langer loopt
dan de hier ingegeven tijd, geeft de besturing een alarm. Bij een 1-pomps installatie loopt de pomp door. Bij
een 2-pomps installatie met cascade en lastwissel functie wordt de tweede pomp bij geschakeld. Bij een 2-
pomps installatie zonder cascade functie wordt er van pomp gewisseld.
Deze functie kan worden uitgeschakeld door een waarde van 0000sec in te voeren.
3.2.8 Leeg pompen elke .. uur
In dit menu kan worden ingesteld dat na ... uur (... = ingestelde waarde in uren) de pomp in werking treedt
en blijft doorlopen tot het laagst ingestelde niveau is bereikt.
Deze functie kan worden uitgeschakeld door een waarde van 0000h in te voeren.
3.2.9 Pulsstart elke .. uur
In dit menu kan worden ingesteld dat de pomp na ... uur (... = ingestelde waarde in uren) in werking moet
treden en ... sec (... is ingestelde waarde in seconden) blijft draaien. Deze functie treedt alleen in werking
als de pomp het ingestelde aantal uren niet heeft gedraaid en is bedoeld om te voorkomen dat het loopwerk
van de pomp kan gaan vastzitten.
3.2.10 Toegestaan Th-alarm
Als er tijdens pompbedrijf vaak een Th alarm optreedt (thermo-contact Th.. schakelt), kan worden
voorkomen dat de betreffende pomp weer automatisch start nadat deze is afgekoeld. Dat gebeurt door in dit
menu het aantal toegestane Th-storingen in te stellen. Dit omdat de mogelijkheid bestaat dat er een
werkelijke storing is aan de desbetreffende pomp.
Treden er meer Th-storingen op dan ingesteld zal de besturing in storing gaan en wordt in de display de
melding "nxTh.." getoond. n-1 is het aantal van de Th-alarmen welke zijn opgetreden (TH1=pomp1,
Th2=pomp2). Deze functie kan worden uitgeschakeld door een waarde van 0 in te voeren.
Let op: het uitschakelen van de pomp door een overschrijding van het maximaal aantal toegestane
Th-alarmen wordt in het storingsmenu opgeslagen net als de voorafgaande Th..alarmmeldingen van de
desbetreffende pomp. Uit de onderlinge afstand in tijd van de Th..alarmmeldingen kunnen eventueel
conclusies getrokken worden betreffende de oorzaak van de storing.
3.2.11 Toegestaan aantal MS-alarmen
Als er tijdens pompbedrijf een MS-alarm (één van de motorbeveiliging schakelaar schakelt) optreedt kan
deze worden hersteld door de betreffende motorbeveiliging schakelaar weer in te schakelen. Komt dit vaker
achter elkaar voor bestaat de mogelijkheid dat er werkelijk een storing is aan een desbetreffende pomp.
In dit menu is het mogelijk om het maximale aantal toegestane MS-alarm meldingen in te stellen. Treden er
meer MS-alarm meldingen op dan ingesteld zal de besturing in storing gaan en wordt in het display de
melding "nxMS" getoond. N-1 is het aantal van de MS-alarm meldingen die zijn opgetreden. De besturing zal
niet verder werken nadat de motorbeveiliging schakelaar weer is ingeschakeld, maar moet handmatig
worden gereset in de software. Deze functie kan worden uitgeschakeld door een waarde van 0 in te voeren.
Let op: het uitschakelen van de besturing door een overschrijding van het maximale aantal toegestane
MS-alarm meldingen wordt in het storingsmenu opgeslagen. Uit de onderlinge afstand in tijd van de
MS-alarm meldingen kunnen eventuele conclusies getrokken worden met betrekking tot de oorzaak van de
storing.
3.2.12 Datum en tijd
In dit menu worden de datum en de tijd ingesteld. Het instellen gebeurd op dezelfde manier als al eerder
omschreven bij andere menu opties. Datum en tijd zijn bij normaal bedrijf niet nodig. De datum en tijd
worden alleen gebruikt bij het registreren van storingen. Deze registratie kan worden gebruikt om een betere
storingsanalyse te kunnen maken.
Pagina 12 van 28