Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aantal Pompen; Niveaumeting; Nulpunt Justeren; Inschakel-, Uitschakel- En Alarmniveaus - Condor CPS Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

3.2.1 aantal pompen

In dit menu wordt ingesteld of er gewerkt wordt met een 1- of 2-pomps besturing. Na het drukken op de OK-
toets kan met pijltoetsen (▼,▲) het aantal pompen gekozen worden. Met de OK-toets wordt de keuze
bevestigd. Met de instelling 1/1 werkt de besturing als een 1 pomp besturing, maar is de lastwissel functie
actief.

3.2.2 Niveaumeting

In dit menu wordt het niveaumeet principe ingesteld. Na het drukken op de OK-toets kan met de pijltoetsen
(▲,▼) het gewenste meetprincipe worden gekozen. Er kan uit de volgende meetprincipes worden gekozen:
Externe Niveausonde, 4-20mA aansluiting, meetbereik naar keuze tot max.10 mtr.
Luchtdrukmeting 0-10 mtr.
1 x vlotter
2x vlotter
3x vlotter (alleen bij 2-pomps besturing)
De keuze van het meetprincipe moet met de OK-toets worden bevestigd.
Let op: Bij niveaumeting "luchtdruk" is het minimale niveau (droogloopbeveiliging) in te stellen na
bevestiging van keuze luchtdrukmeting. Bij elke van de genoemde meetprincipes kan een extra
vlotterschakelaar worden aangesloten die dienst doet als hoogwateralarm. Bij de meetprincipes met interne
of externe sensor kan bovendien een extra vlotterschakelaar voor laagwater alarmmelding worden
aangesloten..

3.2.3 Nulpunt justeren

Hier kan het nulpunt worden gejusteerd naar een niveau van 0 mm indien de gemeten waarde afwijkt van de
werkelijke waarde. Dit menu wordt niet getoond als het meetprincipe "vlotter" is gekozen!
Na het drukken op de OK-toets verschijnt het
kan worden gekozen voor "ja". Na een druk op de OK-toets verschijnt er een serie puntjes in de onderste
regel van de display ten teken dat het nulpunt wordt gejusteerd.
N.B. Het justeren van de niveausonde moet altijd gebeuren "tegen de buitenlucht", ofwel de sonde mag niet
zijn ondergedompeld in de vloeistof (medium). Als dit wel gebeurd is het gevolg zijn dat er verkeerde
waardes worden gemeten.

3.2.4 Inschakel-, uitschakel- en alarmniveaus

In deze menu's worden de schakelpunten van de pomp(en) ingesteld. Om een schakelpunt in te voeren
moet er op de OK-toets worden gedrukt (rechtsonder in de display verschijnt het
(▲,▼) kan vervolgens de waarde van het eerste cijfer worden veranderd. Na een druk op de OK-toets
verplaatst de cursor een positie naar rechts.
Na het invoeren van alle cijfers verdwijnt het
display een ?-teken en een akoestisch signaal, dan geeft de besturing aan dat het ingegeven schakelpunt
niet consistent is, ofwel dat bijv. het uitschakelniveau groter gekozen is dan het inschakelniveau.
3.2.5

Nalooptijd

In dit menu wordt de nalooptijd (in seconden) van de pomp(en) ingesteld. De nalooptijd is de tijd dat de
pomp nog verder loopt nadat de besturing een uitschakelcommando heeft gekregen. Deze functie kan
worden uitgeschakeld door een waarde van 0000sec in te voeren.

3.2.6 Startvertraging

In dit menu wordt de startvertraging van de pomp(en) ingesteld in seconden. De startvertraging is in werking
(na de eerste start of na een netspanningstoring). Beide pompen staan stil. De aangegeven tijd is de
resterende tijd tot de besturing weer actief is en dien ten gevolge een start commando aan de pomp(en) kan
geven.
Reden voor het gebruiken van een startvertraging is dat het kan voorkomen dat na het optreden van bijv. de
genoemde storingen de verschillende besturingen tegelijkertijd opstarten en daarmee een voedingsstation
(trafostation) kunnen overbelasten.
↵ ↵ ↵ ↵
-teken rechtsonder in de display. Met de pijltoetsen (▼,▲)
↵ ↵ ↵ ↵
-teken. Geeft de besturing na het invoeren rechtsonder in de
Pagina 11 van 28
↵ ↵ ↵ ↵
-teken). Met de pijltoetsen

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor Condor CPS

Inhoudsopgave