H O O F D S T U K 2
SMART Podium voor voor interactief pendisplay installeren
Voor Mac-besturingssysteem
Mac OS X-besturingssysteemsoftware 10.4 of later
l
DVI- of VGA-videoaansluiting
l
Beschikbare USB-aansluiting
l
A A N T E K E N I N G E N
U hebt een geschikte videoadapter nodig om de VGA-naar-DVI-A-kabel of de DVI-D-naar-
l
DVI-D-kabel aan te sluiten.
Zie de release-opmerkingen van uw SMART Notebook- of SMART Meeting Pro-software op
l
smarttech.com/downloads.
Videokaarten
Uw interactieve pendisplay biedt ondersteuning voor digitale (DVI) en analoge (VGA) videosignalen.
Als u uw videokaart bijwerkt, voltooi dat de installatie van de hardware en software voordat u het
interactieve pendisplay aansluit. Als u een ander scherm hebt dat compatibel is met uw videokaart,
kunt u dat scherm aansluiten op de kaart om te controleren of de videokaart goed werkt.
U kunt het interactieve pendisplay snel aansluiten op een videokaart met zowel DVI- als VGA-
signaal, maar een DVI-signaal biedt meestal een betere prestatie. Als uw scherm een digitale ingang
en een digitale uitgang heeft, wordt het signaal niet geconverteerd.
N B
Uw digitale pendisplay converteert het videosignaal niet en geeft het eenvoudig door in
l
dezelfde vorm als waarin het is ontvangen. Ditiaal in is hetzelfde als digitaal uiten analoog in
is hetzelfde als analoog uit.
Afhankelijk van de eigenschappen van de videokaart en besturingssysteem kan het mogelijk
l
zijn om het interactieve pendisplay op te zetten als gedupliceerd, uitgebreid of onafhankelijk
scherm. Zie voor meer informatie de documentatie van uw videokaart.
Monitors en projectors
U kunt uw interactieve pendisplay zelfstandig of in combinatie met een ander scherm gebruiken. U
kunt een tweede apparaat, zoals een projector of een monitor, aansluiten op de Video OUT-
aansluiting van het interactieve pendisplay. Het apparaat dat is aangesloten op Video OUT geeft
hetzelfde beeld als uw interactieve pendisplay. Voltooi de installatie van het interactieve pendisplay
voordat u een tweede apparaat aansluit.
12