Inhoudsopgave
Advertenties
11 Probleemoplossing
In deze sectie worden veelvoorkomende
problemen en de bijbehorende oplossingen
beschreven.
Algemene problemen met het
beeldscherm
Het beeldscherm gaat niet aan:
•
Haal het netsnoer uit het stopcontact.
Wacht één minuut en sluit het dan weer
aan.
•
Controleer of het netsnoer goed is
aangesloten.
De afstandsbediening werkt niet goed:
•
Controleer of de batterijen juist in
de afstandsbediening zijn geplaatst, in
overeenstemming met de symbolen + en -.
•
Vervang de batterijen als deze leeg of
bijna leeg zijn.
•
Reinig de afstandsbediening en de
sensorlens van het beeldscherm.
Het stand-by lampje op het beeldscherm
knippert rood:
•
Verwijder de stekker uit het stopcontact.
Wacht totdat het beeldscherm afkoelt
voordat u de stroomkabel weer Als het
knipperen opnieuw verschijnt, dient u
contact op te nemen met de Philips-
klantenservice.
Het menu van het beeldscherm is in de
verkeerde taal:
•
Verander het menu van het beeldscherm
naar uw voorkeurstaal.
Als u het beeldscherm aan/uit/in stand-by zet,
hoort u van het chassis van het beeldscherm
een krakend geluid:
•
Er wordt geen actie vereist. Het krakende
geluid is normale uitzet en samentrekking
van het beeldscherm terwijl het afkoelt
en opwarmt. Dit heeft geen invloed op
de prestaties.
NL
26
Zenderproblemen bij het
beeldscherm
Eerder ingestelde zenders staan niet in de lijst
met zenders:
•
Controleer of de juiste zenderlijst is
geselecteerd.
Er zijn tijdens de installatie geen digitale
zenders gevonden:
•
Controleer of het beeldscherm in uw
land DVB-T of DVB-C ondersteunt. Zie
op de achterkant van het beeldscherm de
lijst met landen.
Problemen met beeld
Het beeldscherm staat aan maar er is geen
beeld:
•
Controleer of de antenne juist met het
beeldscherm is verbonden.
•
Controleer of het juiste apparaat
als de bron van het beeldscherm is
geselecteerd.
Er is geluid, maar geen beeld:
•
Controleer of de beeldinstellingen juist
zijn ingesteld.
Een antenneverbinding geeft zeer slecht
ontvangst bij het beeldscherm:
•
Controleer of de antenne juist met het
beeldscherm is verbonden.
•
Luidsprekers, ongeaarde audio-apparatuur,
neonlampen, hoge gebouwen of
andere grote onderwerpen kunnen de
ontvangstkwaliteit beïnvloeden. Wanneer
mogelijk, dient u de ontvangstkwaliteit te
proberen verbeteren door de richting van de
antenne te veranderen of door apparatuur
van het beeldscherm af te plaatsen.
•
Als de ontvangst voor slechts één zender
slecht is, probeert u deze zender fijn af te
stemmen.
De beeldkwaliteit van de aangesloten
apparaten is slecht:
•
Controleer of de apparaten goed zijn
aangesloten.
•
Controleer of de beeldinstellingen juist zijn
ingesteld.
Advertenties
Inhoudsopgave
