TDMA PLANO 26
Variant: staande collectoren voor platdakmontage (met PLANO 26)
Beschikbare afmetingen veld: 1-8, 10, 12 en 14
collectoren. Vanaf 8 collectoren kunnen meerdere kleine
velden, in parallelschakeling, tot één groot veld verbonden
worden. Het platdaksysteem bestaat uit een
platdakbasisset voor 2 collectoren (KF365) en 3
collectoren (KF360). Voor de montage van één enkele
collector heeft u de platdakbasisset voor 1 collector nodig
(KF366). Indien meerdere platdakbasissets gebruikt
worden, heeft u horizontale daksetverbindingen PLANO
26 (KF380) nodig.
Variant: liggende collectoren voor platdakmontage (met PLANO 26
SP)
Beschikbare afmetingen veld: 1–4, 6 en 8 collectoren.
Vanaf 4 collectoren kunnen meerdere kleine velden, in
parallelschakeling, tot één groot veld opgebouwd worden.
Het platdaksysteem liggend bestaat uit een platdakbasisset
voor 1 collector (KF370). Indien meerdere platdakbasissets
gebruikt worden, heeft u horizontale daksetverbindingen
PLANO 26 (KF380) nodig.
Beide platdakmontagesystemen kunnen op platte, even
daken vrij opgesteld worden en moeten dan naargelang
de windkracht verzwaard worden. Dat kan door middel
van betonplaten, die zodanig in het frame gelegd moeten
worden, dat ze niet kunnen verschuiven, ofwel gebruikt
men bv. met kiezel gevulde profielplaten waarop het frame
vastgeschroefd wordt. Als alternatief kunnen de frames
ook aan de dakconstructie vastgeschroefd worden. Bij licht
hellende daken tot ong. 10° moeten de frames aan het
dak vastgeschroefd worden.
Bij verzwaring hangt de massa die nodig is als beveiliging
tegen loskomen vooral af van de hoogte van de plaats van
opstelling t.o.v. de grond. Verder spelen de
sneeuwlastzone en de plaats van het collectorveld op het
dak een rol. Aan de rand en de hoeken van het dak is de
windkracht het sterkst. De massa die nodig is om te
verzwaren tegen windkracht gaat van ong. 150 tot meer
dan 350 kg per collector (gebouwen hoger dan 20 m), de
belasting op de dakconstructie die ontstaat door wind,
sneeuw en het gewicht van de collectoren ligt
dienovereenkomstig op tot meer dan 700 kg/m
verzwaring of bevestiging van het frame gebeurt met
bouwelementen.
OPMERKING:
De hier beschreven informatie bevat richtwaarden, die
in geen geval een vakkundige planning en
dimensionering van de verzwaring vervangen!
3 Collectorvelden, hydraulica
3.1 Stroming in de collector
Stroming in de PLANO 26 (staande collector):
Stroming in de PLANO 26 SP (liggende collector):
Voelerhuls
Voelerhuls
Voelerhuls
Voelerhuls
3.2 Collectorvelden opbouwen
Er kunnen maximum 7 PLANO 26 (staande collector) in
2
. De
serie gekoppeld worden. Bij meer dan 7 collectoren
moeten 2 velden van gelijke grootte opgebouwd worden,
die parallel geschakeld zijn.
Bij gebruik van de PLANO 26 SP (liggende collector)
kunnen er maximum 4 in serie gekoppeld worden. Ook
hier moeten bij meer dan 4 collectoren 2 velden van
gelijke grootte opgebouwd en parallel geschakeld worden.
Voor een gelijkmatige doorstroming van de collectoren,
moeten die volgens het Tichelmann-principe geschakeld
worden of moeten er in bundels met minder drukverlies
bijkomende weerstanden ingebouwd worden.
4
Voelerhuls