TDMA PLANO 26
4.2 Ontwerp van solaire installaties met PLANO
26 voor verwarmingsondersteuning op
zonne-energie
Voor eengezinswoningen met verwarmingsondersteuning
op zonne-energie wordt de nodige collectoroppervlakte
vooral bepaald door de woonoppervlakte, de isolatie van
het gebouw en de warmwaterbehoefte. Verder zijn de
helling en de oriëntatie van het dak belangrijk en de
plaats van de installatie. De belangrijkste voorwaarde is
een dakoppervlak zonder schaduw. Bij
verwarmingsondersteuning op zonne-energie zijn grote
hellingen van de collectoren of plaatsing op de gevel
aangeraden om ook de lage stand van de zon in de
winter en in tussenseizoenen te benutten. Onderstaande
tabel maakt een schatting mogelijk van de grootte van het
collectorveld voor een installatie met ca. 20 - 30 %
energiebesparing. Het nodige aantal PLANO 26 SP-
collectoren wordt aangegeven in functie van de jaarlijkse
warmte- en de dagelijkse warmwaterbehoefte.
4.3 Stagnatie, collectorhelling:
De PLANO 26 ontwikkelt tijdens de stagnatie (geen
warmteafvoer via het zonnecircuit) temperaturen tot 220
°C. Om het antivriesmiddel en de componenten te sparen
(stilstand vermijden, dampvorming en -vespreiding
beperken), worden volgende maatregelen aanbevolen:
Diagram voor het dimensioneren van verwarmingsondersteuning
Consolar-boilers
Energiebesparing (verwarming en warm water) in vergelijking met een klassieke verwarming 20-30%
*Bron: Ökoinstitut e.V.
Voorbeeld:
Voor een huis met 130 m² oppervlakte en een jaarlijkse verwarmingsbehoefte van 77 kWu/m² per jaar heeft men voor 5
PLANO 26-collectoren en een boilervolume van ongeveer 800 liter gekozen. In het voorbeeld heeft het naar het zuiden
georiënteerde dak een helling van 45°-60°.
Zonneleidingen vanuit het collectorveld zoveel mogelijk
naar onderen toe leggen, voor een gunstig gedrag bij
stilstand.
Dampafscheider: bij korte leidingen tussen collectoren
en boiler (bv. verwarmingslokaal op zolder) moet in
de verbindingsleiding naar het expansievat een
dampafscheider gemonteerd worden, om toebehoren
en expansievat tegen schade door damp te
beschermen. De inhoud van afscheider en
vertrekleiding samen, moet overeenkomen met het
volume van de collector.
Grote helling van het collectorveld (45 ± 60°) vooral
bij grote installaties voor verwarmingsondersteuning.
Hoe groter de installatie, hoe steiler het collectorveld
geplaatst moet worden. Daardoor wordt de sterke
straling in de zomer vermeden en de laag staande
winterzon optimaal benut.
4.4 Richtlijnen voor de installatie
Voor het spoelen, ledigen, vullen en ontluchten van het
zonnecircuit heeft u passende aansluitingen en
bouwelementen nodig. Die componenten zijn geïntegreerd
in het CON-SOLARSTATION (zie ook Technische
Documentatie CON-SOLARSTATION).
Enkel propyleenglycol is toegelaten als antivriesmiddel
voor de PLANO 26-collectoren. Het is aanbevolen tyfocor
LS (Art.-nr. KR130 en KR135) als zonnevloeistof te
gebruiken.
Basisgeval
Jaarlijkse verwarmingsbehoefte (in kWu/jaar)
11
Dagelijkse
warmwater-
behoefte
(liter)