Montage en aansluiting
De module MZ004 moet door een bevoegd elektro-
installateur geïnstalleerd worden, met inachtneming
van de geldende normen.
L
N
230 V
Het stuurcontact van de brander is potentiaalvrij
(1)
en moet in de branderstuurkring op dezelfde wijze
aangesloten worden als een thermostaatcontact.
De thermostaat 4 is slechts van nut indien de circu-
(2)
latiepomp 4 een secundaire pomp is.
VARIANT 1
Met elektrothermisch zoneventiel
VARIANT 2
Met zoneventiel gemotoriseerd via
servomotor TEMPOLEC SM100R of
SM80R
VARIANT 3
Brandersturing voor
een ketel zonder
aparte 230 V-voeding
R1
R2
R3
1
2
3
Circulatiepompen
maximum 4 x 2 A
Ketel-
thermostaat
Veiligheids-
thermostaat
Brander
De MZ004 moet in een elektrische kast gemonteerd
worden of bevestigd op een vlakke steun d.m.v. de
bijgeleverde montageset.
R4
R5
(1)
T1-T2
L
N
4
1
Voeding ketel
230 V 50 Hz (of zie variant 3)
VARIANT 4
Ruimtethermostaat met klok,
3-draadsaansluiting.
De nummers van de klemmen zijn enkel
geldig voor de thermostaten THEBEN
RAM721, 722, 725, 782, 812 top2 en
832 top2.
Voor de thermostaten RAM784, 784R, 811 top2 en
831 top2, kunnen enkel de klemmen 2 en 3 gebruikt
worden (2-draadsaansluiting). Voor de overige
thermostaten, zie het aansluitschema van de thermostaat.
VARIANT 5
Elektromechanische ruimtethermostaat
met thermische anticipatieweerstand.
De nummers van de klemmen zijn enkel
geldig voor de thermostaten EBERLE
RTR-E 3521, RTR-E 3524, RTR-E 3545,
RTR-E 6121, RTR-E 6124, RTR-E 6145.
VARIANT 6
Boilerthermostaat of zwembad-
warmtewisselaar met klokcontact.
D.m.v. de klok kan het opwarmen
van de boiler of de zwembad-
warmtewisselaar vermeden worden
op bepaalde tijdstippen van de dag.
NL
2
3
4
(2)
Thermostaten
2
3
4
H
5
L
N