Communiceren met uw computer
Uw computer biedt verschillende manieren om op het beeldscherm te navigeren.
Sneltoetsen
Op sommige toetsen op het toetsenbord staan pictogrammen afgebeeld. Deze toetsen worden sneltoetsen
genoemd. U kunt ze individueel of in combinatie met de Fn-toets indrukken om snel bepaalde Windows-
functies of -instellingen te openen. De functies van sneltoetsen worden aangegeven door de pictogrammen
die erop staan afgebeeld.
Sneltoets
/
/
Sneltoetsmodus
Sommige sneltoetsen delen een toets met de functietoetsen (F1 tot F12). De sneltoetsmodus is een UEFI/
BIOS-instelling voor het wijzigen van de manier waarop sneltoetsen (of functietoetsen) worden gebruikt.
Sneltoetsmodusinstelling
Uitgeschakeld
Ingeschakeld
Opmerking: Sneltoetsen die geen toets delen met functietoetsen worden niet beïnvloed door de
sneltoetsmodus. Voor die sneltoetsen moet u altijd de Fn-toets gebruiken.
Functie
Geluid dempen/demping opheffen.
Volumeniveau verlagen/verhogen.
De microfoon in-/uitschakelen.
De schermhelderheid verlagen/verhogen.
Weergaveapparaten omschakelen
De vliegtuigmodus in-/uitschakelen.
Start de Instellingen-app.
De camera in-/uitschakelen.
De touchpad in-/uitschakelen.
Omschakelen tussen invoegmodus en overschrijfmodus.
De functie screenshot maken Aan/Uit.
Schermopname starten/stoppen.
Opmerking: De functie is alleen beschikbaar wanneer u games speelt.
De achtergrondverlichting van het toetsenbord in-/uitschakelen.
Opmerking: U kunt ook op Fn en deze sneltoets drukken om de helderheid van de
achtergrondverlichting aan te passen.
Hoe sneltoetsen gebruiken
Houd de Fn-toets ingedrukt en druk
op een van de sneltoetsen.
Druk rechtstreeks op de sneltoetsen.
Hoe functietoetsen gebruiken
Druk rechtstreeks op de
functietoetsen.
Houd de Fn-toets ingedrukt en druk
op een van de functietoetsen.
.
Hoofdstuk 2
Aan de slag met uw computer
17