5.9
Motoroliepeil controleren/bijvullen
1.
2.
3.
4.
5.
5.10
Koelvloeistofpeil controleren/bijvullen
Veiligheid
Controleren
1.
2.
3.
4.
10 - 001 - 12.01.2017
Open het motorcompartiment. Zie
5.5
sectie
.
Haal de motoroliepeilstok (A) uit de
houder, maak de motoroliepeilstok
schoon en zet hem weer terug.
Haal de motoroliepeilstok opnieuw uit
de houder en controleer of het
motoroliepeil tussen de aanduiding
MIN en MAX zit. Zet daarna de
motoroliepeilstok terug.
Als het motoroliepeil te laag is:
a)
Verwijder de motorolie dop (B).
b)
Vul de olietank bij.
Voor het correcte type motorolie,
7.1
zie sectie
.
c)
Wacht 5 minuten en herhaal stap 2 en 3 om te controleren of het oliepeil nu wel
correct is.
d)
Plaats de motorolie dop terug.
Sluit en vergrendel het motorcompartiment.
Waarschuwing: Zorg dat de motor voldoende is afgekoeld voordat u deze
procedure uitvoert. Hete koelvloeistof kan uit de radiator spuiten.
Open het motorcompartiment. Zie
5.5
sectie
.
Kijk of het reservoir (A) voldoende
koelvloeistof bevat. Het
vloeistofniveau moet zich tussen de
markeringen 'FULL' en 'LOW'
bevinden.
Indien het reservoir niet goed gevuld
is, vul koelvloeistof bij. Zie de
procedure hieronder.
Sluit en vergrendel het
motorcompartiment.
A
B
A
FULL
LOW
Onderhoud
45