16. PROFESSIONELE INSTELLINGEN
AMPLITUDE: betreft het temperatuurbereik binnen
hetwelk de regelaar het contact zal inschakelen
gedurende een tijdsduur die proportioneel is met
het te compenseren temperatuurverschil.
Aanbevolen instelling: 1,0 °C.
PERIODE: tijd uitgedrukt in minuten voor een
cyclus in- / uitschakeling.
Aanbevolen instelling: 10 minuten.
OFFSET: uitgevoerde correctie van de
ruimtetemperatuur met een PWM-regeling. Vb: als
men 20 °C ruimtetemperatuur vraagt en er slechts
20,4 °C ruimtetemperatuur wordt verkregen, wordt
moet men de offset instellen op -0,4 °C.
DIFFERENTIAAL: differentiaal tussen de
in- en uitschakeltemperaturen. De hystere-
siswaarde moet rekening houden met de
in- en uitschakeltijden toegelaten door de
ketel of de warmtepomp. Hoe langer de in- en
uitschakeltijden, hoe groter de hysteresis moet
zijn ten nadele van de regelnauwkeurigheid.
16.6. HF-test
Deze functie dient voor het testen of coderen van
de HF-transmissie naar de ontvanger
Opmerking: de HF-test dient voor het testen
van de ontvangst/oriëntatie van de antenne van
de ontvanger (zie p. 6). Deze test duurt 15
min. Hij kan niet onderbroken worden door de
toets EXIT. De codering wordt gebruikt om een
transmissiecode te zenden naar een ontvanger
waarvan het geheugen werd gewist.
MENU –> + + + + –> PROF INSTELLING –>
OK –> + + + + + –> HF-INSTELLING –>OK
Op het display verschijnt HF-TEST
Bevestig met OK.
16.7. Onderhoud activeren
Bij onderhoud gaat het om een «herinneringsfunctie».
MENU –> + + + + –> PROF INSTELLING –>
OK –> + + + + + + –> ONDERHOUD –> OK
Op het scherm verschijnt MAANDEN TOT
VOLGEND ONDERHOUD
Aantal maanden instellen (+ / – –> OK)..
16.8. SOFT
Op het scherm verschijnt de software-versie.
MENU –> + + + + –> OK –> + ... + –> SOFT
29