Inhoudsopgave
1.
2.
2.1
2.2
3.
3.1
3.2
3.3
3.4
3.5
3.6
3.7
3.8
3.9
4.
4.1
4.2
4.3
4.4
5.
5.1
5.2
5.3
5.4
5.5
5.6
5.7
6.
6.1
2
2
3
3
3
4
4
4
4
5
6
6
6
6
6
6
6
6
7
10
10
11
12
12
13
13
14
15
16
17
18
19
19
19
Installatie- en onderhoudsvoorschriften HRC 300/400 4B(P/RH)
1. Algemeen
Om in uw woning een gezond leefklimaat te handhaven dient
er te worden geventileerd. Ons lichaam produceert afvalstoffen
in de vorm van CO2, huidschilfers, lichaamsgeuren en vocht.
Verder komen er in de lucht afvalstoffen terecht door koken
(kookluchtjes), douchen (vocht), gassen uit bouwmaterialen
en van afvalstoffen van bijvoorbeeld huisdieren.
Bovendien kunnen in een vochtig milieu schimmels ongeremd
hun verwoestende werk doen aan de bouwconstructie.
De unit is uitgerust met twee ventilatoren: De afvoerventilator
van de balansventilatie-unit zorgt er voor dat deze warme,
vochtige en verontreinigde lucht zo dicht mogelijk bij de
bron wordt afgevoerd. Omdat er echter ook weer verse lucht
moet worden toegevoerd is de balansventilatie-unit naast een
afvoerventilator, ook uitgerust met een toevoerventilator en
luchtfilters.
De toevoerlucht, die in de wintermaanden de lage temperatuur
van de buitenlucht heeft, zal in de ventilatie-unit worden
opgewarmd met behulp van de warmte, die met behulp van
een kruisstroomtegenstroom warmtewisselaar wordt ont-
trokken aan de warme afvoerlucht. Deze warmtewisselaar
heeft een rendement van 95%, waardoor nauwelijks kostbare
warmte verloren gaat en de inblaastemperatuur altijd op een
comfortabel niveau zal liggen.
In de zomersituatie, als warmteterugwinning niet wenselijk
is, wordt de lucht niet door, maar langs de warmtewisselaar
geleid via een bypass-klep. Hierdoor is het ook mogelijk in
de zomersituatie, in de nachtelijke uren, met relatief koele
buitenlucht de woning te ventileren, waardoor de woning
's morgens weer relatief koel is. Dit wordt automatisch geregeld
door de aanwezige electronika.
Maar dit systeem zorgt er ook voor dat in de winter, als ijs-
vorming in de wisselaar mogelijk is, de warmtewisselaar op
tijd wordt ontdooid, op een tijdstip dat energetisch zo gunstig
mogelijk is, zonder dat het ten koste gaat van het wooncomfort.
Verder zal de ventilator bij een vochtstijging in een relatief
korte periode (bijvoorbeeld tijdens koken of douchen) auto-
matisch een stand hoger gaan draaien als waar hij op staat
ingesteld. Na een vaste periode zal hij daarna ook weer terug
keren naar de ingestelde stand. Ook de ventilatoren zijn zeer
energiezuinig door toepassing van gelijkstroommotoren met
een constante (instelbare) volumestroom.
De filters in de unit zorgen ervoor dat de toegevoerde lucht
schoon de woning wordt ingeblazen. Ook de lucht uit de
woning wordt gefilterd, zodat de vervuiling aan de wisselaar
minimaal zal zijn.
Deze filters dienen regelmatig gereinigd te worden.
De elektronica is voorzien van een filterbewaking, welke
automatisch aangeeft wanneer de filters gereinigd dienen
te worden. De maximale periode tussen het reinigen van de
filters bedraagt drie maanden.