Transporteer de last zo laag mogelijk om het
transportwerktuig zo stabiel mogelijk te houden.
Laad de weeginstallatie zodanig dat de lading er niet onverwacht af kan vallen. Verdeel de last zo gelijk
mogelijk. Houd het zwaartepunt van de last zo dicht mogelijk tegen het bevestigingsframe en altijd tussen
de meetpennen om verzekerd te zijn van een nauwkeurige meting. Zorg dat de weeginstallatie tijdens het
wegen verticaal staat om afwijkingen te minimaliseren (+/- 1%).
Bedien de weeginstallatie met aangebouwde apparatuur uitsluitend vanaf de bestuurdersplaats. Zorg
ervoor dat vanaf deze plaats altijd voldoende zicht is op de werkzaamheden.
Zet het transportwerktuig alleen weg met de weeginstallatie in de laagste stand. Zorg dat de combinatie
geen onverwachte bewegingen kan maken als de combinatie niet gebruikt wordt. Leg de weeginstallatie
met de voorkant op een vlakke, stevige ondergrond als deze wordt losgekoppeld en weggezet.
Zorg ervoor dat de weegcomputer voor het bedienen van de weeginstallatie niet verward kan worden met
andere bedieningsapparatuur om onbedoeld bedienen te voorkomen.
Zorg ervoor dat de elektriciteitskabels tijdens het werk niet bekneld kunnen raken.
4