Schoonmaken en smeren
Haal hars en plantensap van de messen met
schoonmaakmiddel 531 00 60-75 (UL22) voor of na ieder
gebruik.
Smeer de mesbalken met een speciaal smeermiddel, art.nr.
531 00 60-74 (UL 21), wanneer ze langere tijd worden
opgeborgen.
Onderhoudsschema
Hieronder worden algemene onderhoudsvoorschriften
opgesomd. Neem contact op met uw dealer indien u meer
informatie behoeft.
Dagelijks onderhoud
1 Maak de machine uitwendig schoon.
2 Controleer of de delen van de gashendel goed werken.
(Gashendelvergrendeling en gashendel.)
3 Controleer of de stopschakelaar werkt.
4 Controleer of de messen niet bewegen bij stationair lopen
of wanneer de choke in de startgasstand staat.
5 Maak het luchtfilter schoon. Vervang het indien nodig.
6 Controleer of de handbescherming niet beschadigd is.
Vervang een beschadigde bescherming.
7 Controleer of de bouten en moeren en vastgedraaid zijn.
8 Controleer of er brandstof lekt uit motor, tank of
brandstofleidingen.
9 Controleer het oliepeil.
ONDERHOUD
Wekelijks onderhoud
1 Controleer de starter en het starterkoord.
2 Controleer of de trillingsdempingselementen niet
beschadigd zijn.
3 Maak de bougie uitwendig schoon. Verwijder hem en
controleer de afstand tussen de elektroden. Stel de
afstand in op 0,6-0,7 mm of vervang de bougie. Zorg
ervoor dat de bougie zog. radio-ontstoring heeft.
4 Maak de ventilatorschoepen op het vliegwiel schoon.
5 Maak de carburateurruimte schoon.
6 Maak de koelflenzen op de cilinder schoon en controleer
of de luchtlinlaat bij de starter niet verstopt is.
7 Vul het versnellingshuis met smeermiddel. Doe dit steeds
na ongeveer 20 bedrijfsuren.
8 Controleer of de bouten die de messen bijeenhouden nog
goed vastzitten.
Maandelijks onderhoud
1 Maak de brandstoftank schoon.
2 Maak de buitenkant van de carburateur en de directe
omgeving van de carburateur schoon.
3 Controleer het brandstoffilter en de brandstofleidingen.
Vervang indien nodig.
4 Controleer alle kabels en aansluitingen.
5 Vervang de bougie. Zorg ervoor dat de bougie zog. radio-
ontstoring heeft.
6 Controleer het vonkenopvangnet van de geluiddemper en
maak het eventueel schoon.
7 Ververs de motorolie.
– 17
Dutch