Inhoudsopgave
Advertenties
9. Maintenance
9. Maintenance
VERVANGEN VAN DE SNOEIDRAAD
1. Gebruik snoeidraad met een diameter van 2,4 mm.
De draadspoel heeft een capaciteit van 6 m voor de
4" maaikop. Wikkel niet meer snoeidraad dan de
opgegeven lengtes op, anders verminderen de
prestaties.
WAARSCHUWING
• Gebruik veiligheidshalve geen met metaal
versterkt draad.
2. Knijp beide sleuven aan weerszijden van het spoelhuis
in om het bodemdeksel te openen.
3. Verwijder de spoel en verwijder eventuele
draadresten. Steek een uiteinde van de nieuwe
snoeidraad door de spoelgaten en trek de draad door
totdat de draad aan beide zijden even lang is.
4. Wikkel de draad in de op de spoel aangegeven
richting op.
5. Haal beide uiteinden van de draad door de gleuf in
de rand van de spoel en haal de uiteinden dan door
de ogen in het huis. Controleer of de veer en de ringen
op hun plaats zitten.
6. Houd de spoel tegen het huis en trek beide
uiteinden van de draad aan om ze uit de gleuf
van de spoel te trekken.
7. Breng de gleuf in het bodemdeksel op één lijn met
de haak van het huis en druk het deksel tegen het
huis totdat dit vastklikt.
BCZ4505DW / BCZ4505CL / BCZ5010DL / BCZ5010DW / BCZ5010CL
MAAIBLAD
• Controleer maaiblad en houders op loszitten,
barsten en verbuiging.
• Controleer de snijrand en slijp de tanden met een
platte vijl.
TANDEN :
1. Houd de hoek aan het uiteinde scherp.
2. Vijl de basis van de tand rond met een ronde vijl.
3. Gebruik geen water als u een slijpmachine gebruikt.
• Het verdient aanbeveling om het slijpen door een
erkende vakman te laten uitvoeren.
• Dit geldt vooral voor het zaagblad.
WAARSCHUWING
• Schakel de motor uit en laat hem voldoende
afkoelen voordat u met het onderhoud begint.
Aanraking met een bewegend hulpstuk of hete
uitlaat kan ernstig letsel tot gevolg hebben.
LUCHTFILTER
• Als het luchtfilter verstopt is, zal de prestatie van de
motor afnemen.
• (1) Filterelement en (2) Ongeweven element:
Controleer en reinig het element met blaaslucht of
door het in een warm zeepsopje te wassen, naar
vereist. Laat het element volledig drogen alvorens
het te monteren.
• Als het element beschadigd of gekrompen is, moet
u het door een nieuw vervangen.
BRANDSTOFFILTER
• Controleer de dop van de brandstoftank en het
brandstoffilter op verstopping wanneer de
brandstoftoevoer onderbroken wordt.
BOUGIE
• Een moeilijk te starten of een slecht lopende motor is
vaak te wijten aan een vieze bougie. Reinig de bougie
en controleer de elektrodenafstand. Als de bougie
moet worden vervangen, gebruik dan een door
ZENOAH voorgeschreven bougie.
(2)
(1)
(1) Filterelement
(2) Ongeweven element
(1)
(1) Brandstoffilter
N
L
NL-17
Advertenties
Inhoudsopgave
